zinnen duits v4 h3 2

 0    24 tarjetas    sterregriffioen
descargar mp3 imprimir jugar test de práctica
 
término definición
Ik zou graag een kamer willen huren
empezar lección
Ich möchte gerne ein Zimmer mieten
Hoeveel kamers heeft de woning?
empezar lección
Wie viele Räume hat die Wohnung?
Het huis bevindt zich op een hoek
empezar lección
Das Haus befindet sich an einer Ecke
Naar het stadscentrum is het 10 minuten lopen
empezar lección
Ins Stadtzentrum sind es 10 Minuten zu Fuß
Ik zoek een kamer in een studentenhuis
empezar lección
Ich suche ein Zimmer in einem Studentenwohnheim
Wij hebben een eengezinswoning met tuin
empezar lección
Wir haben ein Einfamilienhaus mit Garten
Woon jij op een boerderij op het platteland?
empezar lección
Wohnst du auf einem Bauernhof auf dem Land?
De woning is er gezellig ingericht
empezar lección
Die Wohnung ist sehr gemütlich eingerichtet
Het appartement bevindt zich op de derde verdieping
empezar lección
Das Apartment befindet sich im dritten Stock
De woning is 120 verkante meter groot
empezar lección
Die Wohnung ist 120 Quadratmeter groß
Is de huur van 600 euro in- of exclusief verwarming?
empezar lección
Ist die Miete 600 Euro kalt oder warm?
Er is een lift
empezar lección
Es gibt einen Aufzug
Het huis heeft ook een kelder
empezar lección
Das Haus hat auch einen Keller
De huur is niet erg hoog; ze is laag
empezar lección
Die Miete ist nicht sehr hoch; sie ist niedrig
De woning heeft geen balkon
empezar lección
Die Wohnung hat keinen Balkon
De kosten voor stroom, water en verwarming zitten al in de huur
empezar lección
Die kosten für Strom, Wasser und Heizung sind in der Miete enthalten
Er is een keuken, een woonkamer en een slaapkamer
empezar lección
Es gibt eine Küche, ein Wohnzimmer und ein Schlafzimmer
Ik moet het huurcontract nog ondertekenen
empezar lección
Ich muss den Mietvertrag noch unterschreiben
Het appartement is gemeubileerd
empezar lección
Die Wohnung ist möbliert
In de woonkamer is er een bank, een bureau en een tapijt
empezar lección
Im Wohnzimmer gibt es ein Sofa, einen Schreibtisch und einen Teppich
De woning heeft een houten vloer
empezar lección
Die Wohnung har einen Holzboden
Aan de wand hangt een spiegel
empezar lección
An der Wand hängt ein Spiegel
De wasmachine staat in de badkamer
empezar lección
Die Waschmaschine steht im Badezimmer
Het voetgangersgebied en het winkelcentrum zijn heel dichtbij
empezar lección
Die Fußgängerzone

Debes iniciar sesión para poder comentar.