Les4d

 0    47 tarjetas    justynaaagliwice
descargar mp3 imprimir jugar test de práctica
 
término definición
jesli konczysz prace, musisz swoj komputer wylaczyc
empezar lección
als u klaar bent met werken, moet je je computer uitzetten
jesli telefon dzwoni, musisz telefon odebrac
empezar lección
als de telefoon rinkelt, moet je de telefoon opnemen
jesli rozmowa telefoniczna jest skonczona (dokonana), musisz odlozyc telefon
empezar lección
als het telefoongesprek gedaan is, moet je de telefoon neerleggen
ja nie wiem, musze dopytac sie mojego kolegi
empezar lección
Ik weet het niet, ik moet dat even bij mijn collega navragen
zanotuje w moim kalendarzu
empezar lección
ik ga het even in de agenda opschrijven
czy mozesz poszukac tego numeru telefonu w ksiazce telefonicznej
empezar lección
kun je dit telefoonnummer in het telefoonboek opzoeken?
kazdy musi maly prezencik dla jubilata zabrac
empezar lección
iedereen moet een klein cadeautje voor de jarige meebrengen
ja napisalam list. Teraz ide go wyslac
empezar lección
ik heb de brief geschreven. Nu ga ik hem opsturen
Tamtej koperty nie moge wiecej uzywac. Ide ja wyrzucic
empezar lección
Die envelop kan ik niet meer gebruiken. Ik ga ze weggoien
Ide zapisac sie na kurs niemieckiego
empezar lección
Ik ga me inschrijven voor een cursus Duits
wlacz TV!
empezar lección
Zet de tv aan!
Dlaczego to wyrzucasz?
empezar lección
Waarom gooi je dat weg?
Lacze pania z moja kolezanka
empezar lección
Ik verbind u met mijn vriend door
zapisuje sie na kurs hiszpanskiego
empezar lección
ik schrijf me op de Spaanse cursus in.
Co przyniesiesz ze soba?
empezar lección
Wat breng je mee?
Kto wylaczy zmywarke?
empezar lección
Wie zet de vaatwasser uit?
Kiedy to wyslesz?
empezar lección
Wanneer stuur je dat op?
chwileczke, juz to notuje
empezar lección
wacht even, ik schrijf dat op
rodzice brali slub w 1987 roku
empezar lección
mijn ouders zijn getrouwd in 1987
mam dwadziescia lat
empezar lección
ik ben twintig jaar
bylismy tam tylko pol godziny
empezar lección
we zijn er maar een half uur geweest
widzialem tylko polowe filmu
empezar lección
ik heb maar de half van de film gezien
poprosze o podwojna porcje
empezar lección
Ik wil graag een dubbele portie, alstublieft
zyjemy w 21 wieku
empezar lección
we leven in de 21e eeuw
za pierwszym razem bardzo sie balam
empezar lección
de eerste keer was ik erg bang
za drugim razem juz sie nie przejmowalam
empezar lección
de tweede keer vond ik het niet meer zo erg
po pierwsze - przeczytaj te ksiazke, po drugie- obejrYj ten film
empezar lección
ten eerste: lees dit boek, ten tweede: bekijk die film
mowilem ci to przeciez juz sto razy
empezar lección
ik heb het je al honderd keer gezegd
zobacz, na scianie siedzi mucha!
empezar lección
kijk, er zit een vlieg op de muur!
powiesimy obrazy na sciane
empezar lección
we hangen de schilderijen aan de muur
dlaczego to krzeslo stoi obok szafy?
empezar lección
waroom staat die stoel naast de kast?
postaw stol przt szafie!
empezar lección
plaats de tafel bij de kast!
torba lezy pod stolem
empezar lección
de tas ligt onder de tafel
na stole stoi wazon z kwiatami
empezar lección
op de tafel staat een vaas met bbloemen
przynies filizanki i postaw je przy stole
empezar lección
breng de koppen hier en plaats ze op de tafel
gdzie jest pies? lezy pod stolem
empezar lección
waar is de hond? hij ligt onder de tafel
czasem trzeba wybierac pomiedzy praca a rozrywka
empezar lección
soms moet je kiezen tussen werk en plezier
miedzy niebem a pieklwm
empezar lección
tussen hemel en hel
poszlismy na spacer wzdluz plazy i na pobliskie molo
empezar lección
we zijn gaan wandelen langs het strand en op de pier vlakbij
kuchnia znajduje sie naprzeciwko pokoju mojej babci
empezar lección
de keuken ligt tegenover de kamer van mijn grootmoeder
mieszkam obok ciebie
empezar lección
Ik woon naast je
czarny kolor jest elegancki
empezar lección
de zwarte kleur is elegant
wiosna wszystko jest swieze i zielone
empezar lección
in de lente is alles fris en groen
dzieci, ustawcie sie w kolko
empezar lección
kinderen, ga in een cirkel staan
jaki chcialbys samochod? duzy czy raczej maly?
empezar lección
welke auto wil je? een grote of eerder een kleine?
przeprowadzilismy sie ze starego mieszkania do nowego
empezar lección
we zinn verhuisd van de oude woning naar de nieuwe
jest ladna pogoda. co bedziemy robili w razie brzydkiej pogody?
empezar lección
het is mooi weer. wat gaan we doen als het slecht weer wordt?

Debes iniciar sesión para poder comentar.