IMPERFECTUM CZASOWNIKI NIEREGURALNE

 0    103 tarjetas    beatajakubowska2
descargar mp3 imprimir jugar test de práctica
 
término Nederlands, Vlaams definición Nederlands, Vlaams
deed aan/deden aan
empezar lección
aandoen /(hebben) aangedaan
kwam aan/kwamen aan
empezar lección
aangekomen /(zijn) aangekomen
waste af/wasten af
empezar lección
afwassen /(hebben) afgewassen
bakte / bakten
empezar lección
bakken/(hebben) gebakken
begon / begonnen
empezar lección
beginnen/(zijn) begonnen
begreep / begrepen
empezar lección
begrijpen/(hebben) begrepen
behing/behingen
empezar lección
behangen/(hebben) behangen
bewoog/bewogen
empezar lección
bewegen/(hebben) bewogen
bezocht/bezochten
empezar lección
bezoeken/(hebben) bezocht
beet/beten
empezar lección
bijten/(hebben) gebeten
blies/bliezen
empezar lección
blazen/(hebben) geblazen
bleef/bleven
empezar lección
blijven/(zijn) gebleven
brak/braken
empezar lección
breken/(hebben/zijn) gebroken
bracht/brachten
empezar lección
brengen/(hebben) gebracht
dacht/dachten
empezar lección
denken/(hebben) gedacht
deed / deden
empezar lección
doen/(hebben) gedaan
droeg/droegen
empezar lección
dragen/(hebben) gedragen
dronk / dronken
empezar lección
drinken/(hebben) gedronken
at/aten
empezar lección
eten/(hebben) gegeten
ging / gingen
empezar lección
gaan/(zijn) gegaan
genas / genazen
empezar lección
genezen/(hebben/zijn) genezen
gaf / gaven
empezar lección
geven/(hebben) gegeven
goot/goten
empezar lección
gieten/(hebben) gegoten
hing / hingen
empezar lección
hangen /(hebben) gehangen
had/hadden
empezar lección
hebben /(hebben) gehad
hielp / hielpen
empezar lección
helpen/(hebben) geholpen
hield / hielden
empezar lección
houden(van) /(hebben) gehouden
brak in/braken in
empezar lección
inbreken/(hebben) ingebroken
nam in / namen in
empezar lección
innemen/(hebben) ingenomen
koos / kozen
empezar lección
kiezen/(hebben) gekozen
keek / keken
empezar lección
kijken/(hebben) gekeken
klom/klommen
empezar lección
klimmen /(hebben /zijn) geklommen
kwam / kwamen
empezar lección
komen /(zijn) gekomen
kocht / kochten
empezar lección
kopen /(hebben) gekocht
kreeg/kregen
empezar lección
krijgen /(hebben) gekregen
kon/konden
empezar lección
kunnen /(hebben) gekund
lachte / lachten
empezar lección
lachen/(hebben) gelachen
liet / lieten
empezar lección
laten /(hebben) gelaten
las/lazen
empezar lección
lezen /(hebben) gelezen
lag / lagen
empezar lección
liggen/(hebben) gelegen
liep / liepen
empezar lección
lopen/(hebben /zijn) gelopen
ging mee/gingen mee
empezar lección
meegaan/(zijn) meegegaan
nam mee/namen mee
empezar lección
meenemen/(hebben) meegenomen
moest / moesten
empezar lección
moeten /(hebben) gemoeten
mocht / mochten
empezar lección
mogen /(hebben) gemogen
keek na /keken na
empezar lección
nakijken /(hebben) nagekeken
nam / namen
empezar lección
nemen/(hebben) genomen
onderzocht /onderzochten
empezar lección
onderzoeken /(hebben) onderzocht
ontbeet/ontbeten
empezar lección
ontbijten /(hebben) onbeten
stond op/stonden op
empezar lección
opstaan/(zijn) opgestaan
stak over/staken over
empezar lección
oversteken /(zijn) overgestoken
overviel /overvielen
empezar lección
overvallen/(hebben) overvallen
reed / reden
empezar lección
reden /(hebben /zijn) gereden
riep / riepen
empezar lección
roepen /(hebben) geroepen
scheidde /scheidden
empezar lección
scheiden/(zijn) gescheiden
de zon scheen
empezar lección
schijnen/de zon heeft geschenen
schreef / schreven
empezar lección
schrijven/(hebben) geschreven
sliep / sliepen
empezar lección
slapen/(hebben) geslapen
sloot / sloten
empezar lección
sluiten/(hebben) gesloten
sneed/sneden
empezar lección
snijden /(hebben) gesneden
sprak/spraken
empezar lección
spreken /(hebben) gesproken
sprong/sprongen
empezar lección
springen /(hebben/zijn) gesproken
stond / stonden
empezar lección
staan /(hebben) gestaan
stak/staken
empezar lección
steken /(hebben) gestoken
stal / stalen
empezar lección
stelen /(hebben) gestolen
stierf /stierven
empezar lección
sterven /(zijn) gestorven
steeg/stegen
empezar lección
stijgen /(zijn) gestegen
streek/streken
empezar lección
strijken /(hebben) gestreken
trof / troffen
empezar lección
treffen/(hebben) getroffen
trok/trokken
empezar lección
trekken /(hebben) getrokken
deed uit/deden uit
empezar lección
uitdoen/(hebben) uitgedaan
ging uit /gingen uit
empezar lección
uitgaan/(zijn) uitgegaan
stak uit/staken uit
empezar lección
uitsteken /(hebben) uitgestoken
trok uit/trokken uit
empezar lección
uittrekken/(hebben) uitgetrokken
viel/vielen
empezar lección
vallen /(zijn) gevallen
voer/voeren
empezar lección
varen /(hebben /zijn) gevaren
verbood/verboden
empezar lección
verbieden /(hebben /zijn) verboden
vergat / vergaten
empezar lección
vergeten /(hebben /zijn) vergeten
verkocht /verkochten
empezar lección
verkopen /(hebben) verkocht
verloor/verloren
empezar lección
verliezen /(hebben) verloren
verstond/verstonden
empezar lección
verstaan/(hebben) verstaan
vertrok/vertrokken
empezar lección
vertrekken/(zijn) vertrokken
verving/vervingen
empezar lección
vervangen/(hebben) vervangen
vond/vonden
empezar lección
vinden/(hebben) gevonden
vloog/vlogen
empezar lección
vliegen/(hebben/zijn) gevlogen
voorkwam-kwam voor/voorkwamen-kwamen voor
empezar lección
voorkomen/(hebben) voorkomen, (zijn) voorgekomen
vroeg/vroegen
empezar lección
vragen/(hebben) gevraagd
het vroor
empezar lección
vriezen/het heeft gevroren
waste/wasten
empezar lección
wassen/(hebben) gewassen
woog / wogen
empezar lección
wegen/(hebben) gewogen
wist/wisten
empezar lección
weten/(hebben) geweten
wees/wezen
empezar lección
wijzen/(hebben) gewezen
wou-wilde/wouden-wilden
empezar lección
willen/(hebben) gewild
won/wonen
empezar lección
winnen/(hebben) gewonnen
werd / werden
empezar lección
worden/(zijn) geworden
zei-zegde/zeiden-zegden
empezar lección
zeggen/(hebben) gezegd
zag / zagen
empezar lección
zien/(hebben) gezien
was/waren
empezar lección
zijn /(zijn) geweest
zong / zongen
empezar lección
zingen/(hebben) gezongen
zat/zaten
empezar lección
zitten/(hebben) gezeten
zocht / zochten
empezar lección
zoeken/(hebben) gezocht
zou/zouden
empezar lección
zullen
zwom / zwomen
empezar lección
zwemmen/(hebben, zijn) gezwommen

Debes iniciar sesión para poder comentar.