duolingo

 0    991 tarjetas    shahinmohamadnejad0
descargar mp3 imprimir jugar test de práctica
 
término definición
the orange
empezar lección
De sinaasappel
the fish
empezar lección
de vis
the meat
empezar lección
het vlees
the potato
empezar lección
de aardappel
the tea
empezar lección
de thee
the bread
empezar lección
het brood
the egg
empezar lección
het ei
the fruit
empezar lección
het fruit
the vegetables
empezar lección
de groenten
the tomato
empezar lección
de tomaat
the meal
empezar lección
de maaltijd
the animal
empezar lección
het dier
the cake
empezar lección
de taart
the bird
empezar lección
de vogel
the duck
empezar lección
de eend
the horse
empezar lección
het paard
the rabbit
empezar lección
het konijn
the fish
empezar lección
de vis
the salt
empezar lección
het zout
the sugar
empezar lección
de suiker
they are glasses of wine
empezar lección
het zijn glazen wijn
those are birds
empezar lección
dat zijn vogels
the pig
empezar lección
het varken
the sheep
empezar lección
het schaap
i read and you read too
empezar lección
ik lees en jij leest ook
you are not boys but we do
empezar lección
jullie zijn geen jongens maar wij wel
he does not have a book but you do
empezar lección
hij heeft geen boek maar jij wel
she hears birds
empezar lección
ze hoort vogels
He sees the dog
empezar lección
Hij ziet de hond
he is making lunch
empezar lección
hij maakt midtageten
he is giving
empezar lección
hij geeft
I swim
empezar lección
Ik zwem
we are giving
empezar lección
we geven
we are swimming
empezar lección
wij zwemmen
he is swimming
empezar lección
hij zwemt
i am playing
empezar lección
Ik speel
we play
empezar lección
we spelen
he plays
empezar lección
hij speelt
he writes
empezar lección
hij schrijft
we write
empezar lección
wij schrijven
i sleep
empezar lección
ik slaap
we sleep
empezar lección
we slapen
i am seeing
empezar lección
ik zie
he sees a cat
empezar lección
hij ziet een kat
bad
empezar lección
slecht
difficult
empezar lección
moeilijk
easy
empezar lección
makkelijk
cheap
empezar lección
goedkoop
expensive
empezar lección
duur
heavy
empezar lección
zwaar
cold
empezar lección
koud
strong
empezar lección
sterke
weak
empezar lección
zwak
old
empezar lección
oud
important
empezar lección
belangrijk
slow
empezar lección
traag
empty
empezar lección
leeg
breakfast
empezar lección
ontbijt
light
empezar lección
licht
he sees me
empezar lección
hij ziet mij
we do not see you
empezar lección
we zien jou/je niet
i give them an apple
empezar lección
ik geef hun een appel
that is him
empezar lección
dat is hem
do you see me
empezar lección
Zie je me
he gives me a book
empezar lección
hij geeft me een boek
we have her
empezar lección
we hebben haar
i eat them
empezar lección
ik eet ze/hen
he sees it
empezar lección
hij ziet het
the friut is tasty, because it is fresh
empezar lección
de fruit is lekker, want het is vers
it is cold, so i wear a sweater
empezar lección
het is koud, dus ik draag een trui
i hear you, but i do not see you
empezar lección
ik hoor je, maar ik zie je niet
we are cooking something
empezar lección
we koken iets
he cooks enough
empezar lección
hij kookt genoeg
he eats everything
empezar lección
hij eet alles
Everybody is important
empezar lección
Iedereen is belangrijk
Does anyone know the boy
empezar lección
Kent iemand de jongen
he sees all kinds of interesting animals
empezar lección
hij ziet allerlei interessante dieren
some people do not sleep
empezar lección
sommige mensen slapen niet
he has different names
empezar lección
hij heeft verschillende namen
He is with us or against us
empezar lección
Hij is voor ons of tegen ons
It is my only dress
empezar lección
Het is mijn enige jurk
Each shirt is clean
empezar lección
Elk shirt is schoon
He does not have a single apple
empezar lección
Hij heeft geen enkele appel
Do you want a family
empezar lección
Wil je een gezin
I see your sister
empezar lección
Ik zie je zus
My parent house is small
empezar lección
Het huis van mijn ouders is klein
you might not be cooking
empezar lección
je kookt misschien niet
everbody drinks beer sometimes
empezar lección
iedereen drinkt soms bier
After the soup, they eat rice
empezar lección
Na de soep eten ze rijst
A mouse between the cats
empezar lección
Een muis tussen de katten
He gets pants from me
empezar lección
Hij krijgt broeken van mij
The children play after the breakfast
empezar lección
De kinderen spelen na het ontbijt
It is dark
empezar lección
Het is donker
All of her clothes are colorful
empezar lección
Alle kleren van haar zijn kleurrijk
yellow plates
empezar lección
Gele borden
the dog does not see any colors
empezar lección
de hond ziet geen kleuren
my clothes are orange
empezar lección
mijn kleren zijn oranje
i wear a green coat
empezar lección
ik draag een groene jas
The horses walk through the water
empezar lección
De paarden lopen door het water
The book is about my father
empezar lección
Het boek gaat over mijn vader
He does not have a coat on
empezar lección
Hij heeft geen jas aan
she gives the clothes to her sister
empezar lección
ze geeft de kleren aan haar zus
they are not swimming because of the cold water
empezar lección
ze zwemmen niet vanwege het koude water
he is not going without his cat
empezar lección
hij gaat niet zonder zijn kat
i drink water during the meal
empezar lección
ik drink water tijdens de maaltijd
behind our house
empezar lección
achter ons huis
orange is the new black
empezar lección
Oranje is het nieuwe zwart
he has a few red birds
empezar lección
hij heeft enkele rode vogels
black is a dark color
empezar lección
zwart is een donkere kleur
the rabbit comes out of the hat
empezar lección
het konijn komt uit de hoed
i get breakfast from you
empezar lección
Ik krijg ontbijt van je
What color is the dress?
empezar lección
Welke kleur is de jurk?
he does not want to bike without her mother
empezar lección
hij wil niet fietsen zonder haar moeder
it is raining
empezar lección
het regent
she likes every bird
empezar lección
ze houdt van iedere vogel
i know a lot but not everything
empezar lección
ik weet veel maar niet alles
he is standing next to the yellow house
empezar lección
hij staat naast het gele huis
he tells us good night
empezar lección
hij zegt ons welterusten
she likes the shoes
empezar lección
ze vindt de schoenen leuk
I do not need more food
empezar lección
Ik heb weinig eten notig
In front of
empezar lección
Voor
the animal is searching for water
empezar lección
het dier zoekt water
we stay calm
empezar lección
we blijven rustig
we are not using them
empezar lección
we gebruiken ze niet
he is becoming a father
empezar lección
hij wordt vader
i am buying a new car
empezar lección
ik koop een nieuwe auto
i take more
empezar lección
ik neem meer
i need beer
empezar lección
ik heb bier nodig
he is called sara
empezar lección
hij heet sara
we say that
empezar lección
wij zeggen dat
i think about her
empezar lección
ik denk aan haar
they are standing there
empezar lección
ze staan daar
he is learning English
empezar lección
hij leert Engels
how much is that
empezar lección
hoeveel is dat
they ask difficult questions
empezar lección
ze stellen moeilijke vragen
whose shoe is that
empezar lección
wiens schoen is dat
when is the dinner
empezar lección
wanneer is het avondeten
how do you know her
empezar lección
hoe ken je haar
who are you with
empezar lección
met wie ben je
where is my coat
empezar lección
waar is mijn jas
I am going home before it gets dark
empezar lección
Ik ga naar huis voordat het donker wordt
because/due to the fact
empezar lección
doordat
i am strong because i swim
empezar lección
ik ben sterk doordat ik zwem
we have both red and white wine
empezar lección
we hebben zowel rode als witte wijn
we eat as soon as the soup is cold
empezar lección
we eten zodra de soep koud is
i say my name so that you know who i am
empezar lección
ik zeg mijn naam zodat je weet wie ik ben
she is standing on the table so that everyone sees her
empezar lección
ze staat op de tafel zodat iedereen haar ziet
do you know if it is raining now
empezar lección
weet je of het nu regent?
i bike while he bikes
empezar lección
ik fiets terwijl hij fietst
we eat until our plates are empty
empezar lección
we eten totdat onze borden leeg zijn
i eat even though i am not hungry
empezar lección
ik eet hoewel ik geen honger heb
i take the book unless you need it
empezar lección
ik neem het boek tenzij je het nodig hebt
if it rains then i do not swim
empezar lección
als het regent dan zwem ik niet
we walk more than twenty kilometers
empezar lección
we lopen meer dan twintig kilometer
we have eight apples more
empezar lección
we hebben nog acht appels
the amount of water
empezar lección
de hoeveelheid water
i have only one sock
empezar lección
ik heb maar één sok
not too much and not too little
empezar lección
niet te veel en niet te weinig
the newspapers are in the blue boxes
empezar lección
de kranten zitten in de blauwe dozen
the box is full
empezar lección
de doos zit vol
In the car there are six men
empezar lección
In de auto zitten zes mannen
it is not in the basket
empezar lección
het zit niet in de mand
there are the blankets
empezar lección
daar liggen de dekens
where is your new ball
empezar lección
waar ligt je nieuwe bal
in Amsterdam there are many trees
empezar lección
in Amsterdam staan veel bomen
however his parents still live there
empezar lección
maar zijn ouders wonen daar nog steeds
maybe he is putting something in my shoes
empezar lección
misschien stopt hij iets in mijn schoenen
i have the last books
empezar lección
ik heb de laatste boeken
the second duck
empezar lección
de tweede eend
the farm
empezar lección
de boerderij
the corner
empezar lección
de hoek
somewhere/anywhere
empezar lección
ergens
the prison
empezar lección
de gevangenis
outside
empezar lección
buiten
inside
empezar lección
binnen
the neighbourhood
empezar lección
de buurt
the airport
empezar lección
het vliegveld
Is the water already warm
empezar lección
Is het water al warm
they are still not here
empezar lección
ze zijn hier nog steeds niet
My glass is almost empty
empezar lección
Mijn glas is bijna leeg
He is turning completely red
empezar lección
Hij wordt helemaal rood
I like to play
empezar lección
Ik speel graag
they are going to the park together
empezar lección
ze gaan samen naar het park
She buys not only a dress but also a hat
empezar lección
Ze koopt niet alleen een jurk maar ook een hoed
they would like to have a car
empezar lección
ze willen graag een auto hebben
the book becomes suddenly enjoyable
empezar lección
het boek wordt opeens leuk
finally
empezar lección
eindelijk
do all of you want that
empezar lección
willen jullie dat allemaal
nowhere
empezar lección
nergens
neither fast nor strong
empezar lección
noch snel noch sterk
it is not even cold
empezar lección
het is niet eens koud
not at all
empezar lección
helemaal niet
you get nothing from me
empezar lección
je krijgt niks van mij
never
empezar lección
nooit
i am never buying a horse again
empezar lección
ik koop nooit meer een paard
August usually is a warm month
empezar lección
Augustus is meestal een warme maand
the waiteress
empezar lección
de serveerster
the actress
empezar lección
de actrice
i do not know the name of the town
empezar lección
ik weet de naam van de plaats niet
i am at the office
empezar lección
ik ben op kantoor
the station
empezar lección
het station
the door is looked
empezar lección
de deur zit op slot
the key is still in the lock
empezar lección
de sleutel zit nog in het slot
the thief is stealing a bike
empezar lección
de dief is een fiets aan het stelen
it is in one of the drawers
empezar lección
het zit in een van de laden
there is a cat under the desk
empezar lección
er zit een kat onder het bureau
the cabinet
empezar lección
de kast
the room
empezar lección
de Kamer
the object
empezar lección
het voorwerpen
the bed
empezar lección
het bed
many perfumes do not smell good
empezar lección
veel parfums ruiken niet goed
do you smell the soup yet
empezar lección
ruik je de soep al?
do you like the smell of coffee
empezar lección
hou je van de geur van koffie
he has a very good nose
empezar lección
hij heeft een heel goede neus
it smells good in the park
empezar lección
het ruikt lekker in het park
who is on the phone
empezar lección
wie is er aan de telefoon
He takes care of his body
empezar lección
Hij zorgt voor zijn lichaam
the garbage
empezar lección
het afval
The trash can
empezar lección
De vuilnisbak
the vacuum cleaner
empezar lección
de stofzuiger
i feel if the water is cold
empezar lección
ik voel of het water koud is
you have pretty eyes
empezar lección
je hebt mooie ogen
ugly
empezar lección
lelijk
handsome
empezar lección
knap
the average is not eighty
empezar lección
het gemiddelde is niet tachtig
he counts to hundred
empezar lección
hij telt tot honderd
the sum of six and eight is fourteen
empezar lección
de som van zes en acht is veertien
the curtain
empezar lección
het gordijn
the noise
empezar lección
het lawaai
the leg
empezar lección
het been
the foot
empezar lección
de voet
the ear
empezar lección
het oor
the eye
empezar lección
het oog
the brain
empezar lección
de hersenen
i can not love you
empezar lección
ik kan niet van je houden
he wants to be able to read his book
empezar lección
hij wil zijn boek kunnen lezen
we have to keep listening to him
empezar lección
we moeten naar hem blijven luisteren
we are staying for only fifteen minutes
empezar lección
we blijven maar een kwartier
the tooth
empezar lección
de tand
the nose
empezar lección
de neus
the neck
empezar lección
de nek
the stomach
empezar lección
de buik
the head
empezar lección
het hoofd
the back
empezar lección
de rug
the arm
empezar lección
de arm
the finger
empezar lección
de vinger
the skin
empezar lección
de huid
today is earlier that tomorrow
empezar lección
vandaag is eerder dan morgen
the face
empezar lección
het gezicht
the view
empezar lección
het uitzicht
completely alone
empezar lección
helemaal alleen
i do it myself
empezar lección
ik doe het zelf
the mouth
empezar lección
de mond
the bone
empezar lección
het bot
the throat
empezar lección
de keel
the body
empezar lección
het lichaam
the shoulder
empezar lección
de schouder
the toe
empezar lección
de teen
the flavor
empezar lección
de smaak
he tastes the wine
empezar lección
hij proeft de wijn
he puts everything in his mouth
empezar lección
hij stopt alles in zijn mond
he is not like he seems
empezar lección
hij is niet zoals hij lijkt
he look likes his father
empezar lección
hij lijkt op zijn vader
the bread tastes like old fish
empezar lección
het brood smaakt naar oude vis
the bodypart
empezar lección
het lichaamsdeel
to choose
empezar lección
kiezen
i choose you
empezar lección
Ik kies jou
waiting for
empezar lección
wachten op
to get/obtain
empezar lección
halen/krijgen
the boy gets a doctor
empezar lección
de jongen haalt een dokter
understand
empezar lección
begrijpen
grab something/to take
empezar lección
pakken
you talk too fast
empezar lección
je praat te snel
to show
empezar lección
tonen
i show you
empezar lección
Ik toon u
to change
empezar lección
veranderen
to believe
empezar lección
geloven
i believe you
empezar lección
Ik geloof je
i never forget anything
empezar lección
ik vergeet nooit iets
to push
empezar lección
duwen
to pull
empezar lección
trekken
what is happening?
empezar lección
wat gebeurt er?
the past
empezar lección
het verleden
the future
empezar lección
de toekomst
the age
empezar lección
de leeftijd
the century
empezar lección
de eeuw
the birthday
empezar lección
de verjaardag
i am not talking to you
empezar lección
ik praat niet tegen jou
i take him to the airport
empezar lección
Ik breng hem naar het vliegveld
the sound
empezar lección
het geluid
who will get coffee for us today
empezar lección
wie haalt vandaag koffie voor ons
he keeps hoping
empezar lección
hij blijft hopen
that works by means of sound
empezar lección
dat werkt door middel van geluid
we want to swim despite the cold water
empezar lección
we willen zwemmen ondanks het koude water
except
empezar lección
behalve
according to him it is too late
empezar lección
volgens hem is het te laat
we are still on time thanks to you
empezar lección
dankzij u zijn we nog op tijd
since when do you speak dutch
empezar lección
sinds wanneer spreek je nederlands
from now on
empezar lección
vanaf nu
he sits opposite to me during the meal
empezar lección
hij zit tijdens de maaltijd tegenover me
The farms are around the city
empezar lección
De boerderijen liggen rondom de stad
The village is close to the city
empezar lección
Het dorp ligt dichtbij de stad
i want water instead of wine
empezar lección
ik wil water in plaats van wijn
where are you going?
empezar lección
waar ga je naar toe?
i walk towards you
empezar lección
ik loop naar je toe
i do not like to eat bread
empezar lección
ik eet niet graag brood
he has asked for wine
empezar lección
hij heeft om wijn gevraagd
the marriage can not continue like this
empezar lección
Het huwelijk kan niet zo doorgaan
i do not work on Sundays
empezar lección
ik werk niet op zondag
i have asked him if he loves me
empezar lección
ik heb hem gevraagd of hij van me houdt
in the weekend we can do what we want
empezar lección
in het weekend kunnen we doen wat we willen
we are divorced
empezar lección
we zijn gescheiden
the wedding
empezar lección
de bruiloft
are you married?
empezar lección
ben jij getrouwd?
husband
empezar lección
echtgenoot
cousin
empezar lección
neef/nicht
in what year were you born
empezar lección
in welk jaar ben je geboren
sister-in-law
empezar lección
schoonzus
spring
empezar lección
lente-
the fall
empezar lección
de herfst
the shop
empezar lección
de winkel
sell
empezar lección
verkopen
the butchr shop
empezar lección
de slagerij
you are allowed to walk again starting tomorrow
empezar lección
vanaf morgen mag je weer lopen
i have to buy a lot of groceries today
empezar lección
ik moet vandaag veel boodschappen doen
the bakery around the corner
empezar lección
de bakker om de hoek
to exchange/return
empezar lección
ruilen
he has lent me his car
empezar lección
hij heeft me zijn auto geleend
where do i need to pay
empezar lección
waar moet ik betalen
i want to rent a room
empezar lección
ik wil een kamer huren
the old book worth a lot of money
empezar lección
het oude boek is veel geld waard
discount on everything
empezar lección
korting op alles
it is not worth much anymore
empezar lección
het is niet veel meer waard
a single plate
empezar lección
een enkel bord
he works in the shoe department
empezar lección
hij werkt op de schoenenafdeling
my brother is trying pants on in the fitting room
empezar lección
mijn broer is broeken aan het passen in de paskamer
the bill
empezar lección
de rekening
you need the receipt if you want to return something
empezar lección
je hebt de bon nodig als je iets ruilen
unlike us
empezar lección
in tegenstelling tot ons
I have worked in several clothing stores
empezar lección
Ik heb in verschillende kledingzaken gewerkt
sale
empezar lección
uitverkoopt
why do you not want to hold me
empezar lección
waarom wil je me niet vasthouden?
we can not let everything go of
empezar lección
we kunnen niet alles loslaten
may i join
empezar lección
mag ik meedoen
you stop talking
empezar lección
je houdt met praten op
fall over
empezar lección
omvallen
to think
empezar lección
nadenken
at what time do you have to get up tomorrow
empezar lección
hoe laat moet je morgen opstaan
can you read me something
empezar lección
kun je me iets voorlezen
at what time does the party stop
empezar lección
hoe laat houdt het feest op?
take along
empezar lección
meenemen
i encounter him
empezar lección
ik kom hem tegen
arrive
empezar lección
aankomen
i refuse to put down the book
empezar lección
ik weiger het boek neer te leggen
she studies by reading all books
empezar lección
ze studeert door alle boeken te lezen
there is nothing to see
empezar lección
er is niets te zien
you get warm by running
empezar lección
je wordt warm door te rennen
i find it difficult to talk with people
empezar lección
ik vind het moeilijk om met mensen te praten
write down the words
empezar lección
Schrijf de woorden op
can you place the box here
empezar lección
kun je de doos hier neerzetten
they agree on a location for the party
empezar lección
ze spreken een locatie af voor het feest
who wants to add something
empezar lección
wie wil iets toevoegen
she wants to be able to think quietly
empezar lección
ze wil rustig na kunnen denken
i can explain it
empezar lección
ik kan het uitleggen
i do not know how i should explain it
empezar lección
ik weet niet hoe ik het uit moet leggen
we have picked up our new bed
empezar lección
we hebben ons nieuwe bed opgehaald
nobody is allowed to touch me
empezar lección
niemand mag me aanraken
he is waiting until she returns
empezar lección
hij wacht tot ze terugkeert
why did you return so quickly?
empezar lección
waarom ben je zo snel teruggekeerd?
do you work at the fire department
empezar lección
werk je bij de brandweer
sorry for the damage to your car
empezar lección
sorry voor de schade aan uw auto
we save the animals
empezar lección
we redden de dieren
the hospital
empezar lección
het ziekenhuis
the disaster
empezar lección
de ramp
i am not afraid
empezar lección
ik ben niet bang
i am mad at him
empezar lección
ik ben boos op hem
the feeling
empezar lección
het gevoel
i am proud of you
empezar lección
ik ben trots op je
happy
empezar lección
blij/gelukkig
sad 3
empezar lección
triest/verdrietig/bedroefd
good mood
empezar lección
goed humeur
Shy
empezar lección
Verlegen
cheerful music
empezar lección
vrolijke muziek
you seem a little surprised
empezar lección
je lijkt een beetje verrast
are you sure?
empezar lección
Weet je het zeker?
are you in love with someone?
empezar lección
ben je verliefd op iemand?
you are safe now
empezar lección
je bent nu veilig
the crime
empezar lección
de misdaad
i promise you
empezar lección
Ik beloof jou
the police must protect him
empezar lección
de politie moet hem beschermen
they want to know if you participate
empezar lección
ze willen weten of je meedoet
he says that you should let go of him
empezar lección
hij zegt dat je hem los moet laten
i do not have to say much
empezar lección
ik hoef niet veel te zeggen
he does not dare to swim
empezar lección
hij durft niet te zwemmen
i appear to know a lot
empezar lección
ik blijk veel te weten
she seems to be a good actres
empezar lección
ze blijkt een goede actres te zijn
we do not need to pay
empezar lección
we hoeven niet te betalen
you get one more warning
empezar lección
krijg je nog een waarschuwing
she has borrowed my car without asking
empezar lección
ze heeft zonder te vragen mijn auto geleend
he is crying
empezar lección
hij is aan het huilen
her voice sounds worried
empezar lección
haar stem klinkt bezorgd
she sometimes forgets to lock the door
empezar lección
soms vergeet ze de deur op slot te doen
i want to learn to speak dutch
empezar lección
ik wil leren om nederlands te spreken
we decide to work together
empezar lección
we besluiten samen te werken
he forces you to order food
empezar lección
hij dwingt je om eten te bestellen
she decides to become an actress
empezar lección
ze besluit om actrice te worden
you have to promise to think about me
empezar lección
je moet beloven om aan me te denken
i promise to eat well
empezar lección
ik beloof om goed te eten
the student decides to never drink beer anymore
empezar lección
de student besluit om nooit meer bier te drinken
he is afraid of me
empezar lección
hij is bang voor mij
i do not have to say much
empezar lección
ik hoef niet veel te zeggen
he does not dare to swim
empezar lección
hij durft niet te zwemmen
I am insecure about my eyes
empezar lección
Ik ben onzeker over mijn ogen
we are at the wrong place
empezar lección
we zijn op de verkeerde plaats
that is not scary at all
empezar lección
dat is helemaal niet eng
the poor family does not have anything to eat
empezar lección
de arme familie heeft niets te eten
are you a real cook
empezar lección
ben je een echte kok
stupid question
empezar lección
stomme vraag
i am crazy
empezar lección
ik ben gek
are you ready to start
empezar lección
ben je klaar om te beginnen
today is a special day
empezar lección
vandaag is een bijzondere dag
it can be complicated to work together
empezar lección
Het kan ingewikkeld zijn om samen te werken
that is sweet of you
empezar lección
dat is lief van je
i think it is an excellent party
empezar lección
ik vind het een geweldig feest
it is a pretty area
empezar lección
het is een mooi gebied
his house is in the valley
empezar lección
zijn huis staat in de vallei
my house is on the hill
empezar lección
mijn huis staat op de heuvel
the bridge
empezar lección
de brug
the border
empezar lección
de grens
is there furniture for sale in the shopping mall
empezar lección
zijn er meubels te koop in het winkelcentrum
the world is scary sometimes
empezar lección
de wereld is soms eng
i want to see the whole world
empezar lección
ik wil de hele wereld zien
Amsterdam is the capital of the Netherlands
empezar lección
Amsterdam is de hoofdstad van Nederland
my house is north of the city
empezar lección
mijn huis ligt ten noorden van de stad
he lives in the south of england
empezar lección
hij woont in het zuiden van Engeland
she is from the west of country
empezar lección
ze komt uit het westen van het land
where are you from?
empezar lección
Waar kom jij vandaan?
be careful
empezar lección
wees voorzichtig
shut up!
empezar lección
zwijg
let it go
empezar lección
laat het gaan
let's dance
empezar lección
Laten we dansen
sing along with me
empezar lección
zing mee met me
let's go
empezar lección
laten we gaan
what a cute picture
empezar lección
wat een schattige foto
see you next Wednesday
empezar lección
Tot volgende woensdag
who is your favorite actress
empezar lección
wie is je favoriete actrice
to command
empezar lección
bevelen
secret things
empezar lección
geheime dingen
what an amazing feeling
empezar lección
wat een geweldig gevoel
he feels like fruit
empezar lección
hij heeft zin in fruit
do you feel like dancing
empezar lección
heb je zin om te dansen
be aware of/watch out
empezar lección
pas op voor
the desert
empezar lección
de woestijn
the play ground
empezar lección
de speeltuin
that is a pity
empezar lección
dat is jammer
your welcome
empezar lección
graag gedaan
indeed
empezar lección
inderdaad
the river
empezar lección
de rivier
the sea
empezar lección
de zee
the forest
empezar lección
het bos
there are more than ten million living in the country
empezar lección
er wonen meer dan tien miljoen in het land
the lake
empezar lección
het meer
the island
empezar lección
het eiland
do not run
empezar lección
niet rennen
don't smoke near me
empezar lección
rook niet bij mij
don't
empezar lección
niet doen
i wish you the best of luck
empezar lección
ik wens je veel succes
lots of love, mike
empezar lección
veel liefs
be friendly/kind
empezar lección
wees vriendelijk
clever
empezar lección
slim
rich parents
empezar lección
rijke ouders
what does it say on the paper
empezar lección
wat staat er op het papier
for a moment/briefly
empezar lección
even
approximately
empezar lección
ongeveer
really
empezar lección
echt
do you have a moment for me
empezar lección
heb je even voor mij
there are mostly warm clothes here
empezar lección
er zijn vooral warme kleren hier
He works even on the weekends
empezar lección
Hij werkt zelfs in het weekend
I am not crazy, right?
empezar lección
Ik ben toch niet gek?
again
empezar lección
opnieuw/weer
actually
empezar lección
eigenlijk
soon it will be spring
empezar lección
binnenkort is het lente
i am just a poor boy, nobody loves me
empezar lección
ik ben gewoon een arme jongen, niemand houdt van mij
regards from England
empezar lección
groetjes uit Engeland
sincerely yours
empezar lección
Hoogachtend
nice to see you again
empezar lección
fijn om je weer een keer te zien
there are weired noises coming from my room
empezar lección
er komen rare geluiden uit mijn kamer
dangerous
empezar lección
gevaarlijk
he says such weird things
empezar lección
hij zegt zulke rare dingen
such a thing does not work
empezar lección
zoiets werkt niet
it is such a hot day
empezar lección
het is zo'n warme dag
all the water is yours
empezar lección
al het water is van jou
that same boy is now my husband
empezar lección
diezelfde jongen is nu mijn man
he always wears that same suit
empezar lección
hij draagt altijd datzelfde pak
it is not the same
empezar lección
het is niet hetzelfde
where are the other dogs
empezar lección
waar zijn de andere honden
we have almost the same name
empezar lección
we hebben bijna dezelfde naam
after this we are going to bed
empezar lección
hierna gaan we naar bed
what are you doing with that
empezar lección
wat doe je daarmee
what is in there now
empezar lección
wat zit er nu in
there is nothing in it
empezar lección
er zit niets in
i put something in it
empezar lección
ik stop er iets in
for example
empezar lección
bijvoorbeeld
my own room
empezar lección
mijn eigen kamer
easily
empezar lección
gemakkelijk
it is quite expensive
empezar lección
het is behoorlijk duur
he is afraid to fly
empezar lección
hij is bang om te vliegen
unfortunately my vacation is over
empezar lección
helaas is mijn vakantie voorbij
on the left is a bank
empezar lección
links staat een bank
he looks down
empezar lección
hij kijkt omlaag
wait a second
empezar lección
wacht even
good luck with your new job
empezar lección
veel succes met je nieuwe baan
kind regards
empezar lección
met vriendelijke groeten
i sincerely hope that you are happy
empezar lección
ik hoop van harte dat u gelukkig bent
yes that is correct
empezar lección
Ja dat klopt
congratulations
empezar lección
gefeliciteerd
we are finally done
empezar lección
we zijn eindelijk klaar
have fun
empezar lección
veel plezier
happy birthday
empezar lección
gefeliciteerd met je verjaardag
something is not correct here
empezar lección
Er klopt hier iets niet
they want us to look the questions again
empezar lección
ze willen dat we de vragen opnieuw bekijken
by the way, where do you live
empezar lección
waar woon je eigenlijk
they are poor but still happy
empezar lección
ze zijn arm maar toch gelukkig
she likes apples, right?
empezar lección
ze houdt van appels, toch?
probably
empezar lección
waarschijnlijk
fortunately the pilot saved us
empezar lección
gelukkig heeft de piloot ons gered
imediately
empezar lección
onmiddellijk
Amsterdam is close
empezar lección
Amsterdam is dichtbij
her condition is good
empezar lección
haar toestand is goed
the medicine
empezar lección
het geneesmiddel
the right half
empezar lección
de rechterhelft
my left shoe
empezar lección
mijn linkerschoen
go straight
empezar lección
ga rechtdoor
i am not stepping aside for you
empezar lección
ik ga niet opzij voor jou
he turns left at the market
empezar lección
hij slaat linksaf bij de market
can you move a bit to the side
empezar lección
kun je een beetje opzij gaan
turn left
empezar lección
sla linksaf
the bandage has to stay on it
empezar lección
het verband moet erop blijven zitten
the nurse
empezar lección
de verpleegkundige
the doctor has a patient
empezar lección
de arts heeft een patiënt
He points in the wrong directions
empezar lección
Hij wijst in de verkeerde richting
I do not see any arrow
empezar lección
Ik zie geen pijl
follow the arrows to find Amsterdam
empezar lección
volg de pijlen om Amsterdam te vinden
he sleeps on top of my shirt
empezar lección
hij slaapt bovenop mijn shirt
will you come downstairs soon
empezar lección
kom je straks naar beneden
the restaurant is above the hotel
empezar lección
het restaurant is boven het hotel
i am on the top
empezar lección
ik sta bovenaan
two steps forward and one step backwards
empezar lección
twee stappen vooruit en één stap achteruit
do not look down
empezar lección
kijk niet naar beneden
in which direction do I go
empezar lección
in welke richting ga ik
you are going the wrong way
empezar lección
je gaat de verkeerde kant op
which side are you on
empezar lección
aan welke kant sta jij
you must go this way
empezar lección
je moet deze kant op
come into my room
empezar lección
Kom mijn kamer in
give him my regards
empezar lección
doe hem de groeten
the side is nearby
empezar lección
de locatie is dichtbij
are we boring
empezar lección
zijn we saai
i do not know such people
empezar lección
ik ken zulke mensen niet
those houses are more than hundreds years old
empezar lección
die huizen zijn meer dan honderden jaren oud
we are happy because we are learning some dutch
empezar lección
we zijn blij omdat we wat nederlands leren
he is in a bad mood
empezar lección
hij heeft een slecht humeur
it is the third street on the right
empezar lección
het is de derde straat rechts
go left at the tree
empezar lección
ga links bij de boom
a little bit more to the right
empezar lección
nog een klein stukje naar rechts
the house on the left of the park is mine
empezar lección
het huis links naast het park is van mij
the butter
empezar lección
de boter
the oil
empezar lección
de olie
the peanut butter
empezar lección
de pindakaas
i taste the cheese before i pay
empezar lección
ik proef de kaas voordat ik betaal
the pancake
empezar lección
de pannenkoek
the pastry
empezar lección
Het gebakje
the candy
empezar lección
het snoep
the cookie
empezar lección
het koekje
he puts whipped cream on his cake
empezar lección
hij doet slagroom op zijn taart
move aside
empezar lección
opzij
from left to right
empezar lección
van links naar rechts
i would like to go out of the city
empezar lección
ik wil graag de stad uit
a sweet apple
empezar lección
een zoete appel
spicy
empezar lección
pittig
sour
empezar lección
zuur
the grape
empezar lección
de druif
this food is too salty
empezar lección
dit eten is te zout
I have only four toes on my right foot
empezar lección
Ik heb maar vier tenen aan mijn rechtervoet
he says that i must turn right there
empezar lección
hij zegt dat ik daar rechtsaf moet slaan
he has run into the forest
empezar lección
hij is het bos in gerend
he walks onto the street without looking
empezar lección
hij loopt de straat op zonder te kijken
candy is not savory
empezar lección
snoep is niet hartig
the nut
empezar lección
de noot
what kind of nuts do you have
empezar lección
wat voor noten heb je
the blue berry
empezar lección
de blauwe bes
the onion
empezar lección
de ui
the carrot
empezar lección
de wortel
the sausage
empezar lección
de worst
the garlic
empezar lección
de knoflook
the minced meat
empezar lección
het gehakt
i would like potatoes with my steak
empezar lección
ik wil graag aardappelen bij mijn biefstuk
the bean
empezar lección
de Boon
i have never been abroad
empezar lección
Ik ben nog nooit in het buitenland geweest
how long does the travel take
empezar lección
hoe lang duurt de reis
the suitcase
empezar lección
de koffer
the luggage
empezar lección
de bagage
that bag is my only luggage
empezar lección
die tas is mijn enige bagage
when does the flight leave?
empezar lección
wanneer vertrekt de vlucht?
the guide
empezar lección
de gids
where can I buy a ticket?
empezar lección
Waar kan ik een kaartje kopen?
there are no more tickets for sale
empezar lección
er zijn geen kaartjes meer te koop
i am here on vacation
empezar lección
ik ben hier op vakantie
the airplane flies over the ocean
empezar lección
het vliegtuig vliegt over de oceaan heen
i am visiting my grandma
empezar lección
ik ben op bezoek bij mijn oma
ships sail in these areas
empezar lección
schepen varen in deze gebieden
the emergency
empezar lección
het noodgeval
the accident
empezar lección
het ongeluk
my foot hurts
empezar lección
mijn voet doet pijn
the disease
empezar lección
de ziekte
the treatment
empezar lección
de behandeling
i do not feel even the pain
empezar lección
ik voel niet eens pijn
the flu
empezar lección
de griep
the fever
empezar lección
koorts
serious
empezar lección
ernstig
i am allergic to it
empezar lección
ik ben er allergisch voor
where can i buy such ointment
empezar lección
waar kan ik zulke zalf kopen?
the appointment
empezar lección
de afspraak
the band-aid
empezar lección
het pleister
the citizen
empezar lección
de burger
the neighbor
empezar lección
de buurman
the population
empezar lección
de bevolking
the adult
empezar lección
de volwassene
elderly
empezar lección
bejaarde
meet
empezar lección
ontmoeten
recognize
empezar lección
herkennen
the friendship
empezar lección
de vriendschap
she is American
empezar lección
ze is Amerikaanse
why is he putting salt in his coffee
empezar lección
waarom doet hij zout in zijn koffie
the little baby cries the whole night
empezar lección
het baby'tje huilt de hele nacht
he stands besides it
empezar lección
hij staat ernaast
we are still waiting for it
empezar lección
we wachten er nog steeds op
we put the couch in the corner and the lamp next to it
empezar lección
we zetten de bank in de hoek en de lamp ernaast
i know the city well because i am from there
empezar lección
ik ken de stad goed want ik kom ervandaan
we put a blanket over it
empezar lección
we leggen er een deken over
i am not going there
empezar lección
ik ga er niet heen
they are against it
empezar lección
ze zijn ertegen
everyone likes it
empezar lección
iedereen houdt ervan
he refuses to go there
empezar lección
hij weigert om erheen te gaan
he always wears a hat because of that
empezar lección
daarom draagt hij altijd een hoed
i would like an answer to that
empezar lección
ik wil daarop graag een antwoord
what are you afraid of
empezar lección
waar ben je bang voor
what are those strange things for?
empezar lección
waar zijn die rare dingen voor?
what is the book about?
empezar lección
waar gaat het boek over?
where are you taking me?
empezar lección
waar breng je me naartoe?
what are you worried about?
empezar lección
waar ben je bezorgd over?
what does one use a calendar for?
empezar lección
waarvoor gebruik men een kalender?
what are you proud of?
empezar lección
waar ben je trots op?
what is she playing with
empezar lección
waar is ze mee aan het spelen
what do they like?
empezar lección
Waar houden ze van?
there is sugar in everything
empezar lección
er zit suiker in overal
i know you from somewhere
empezar lección
Ik ken je ergens van
he is waiting for something
empezar lección
hij is ergens op aan het wachten
the ship sails day and night
empezar lección
het schip vaart dag en nacht
the ferry
empezar lección
de veerboot
i apply for a new passport
empezar lección
ik vraag een nieuw paspoort aan
have you written this number down
empezar lección
heb je dit nummer opgeschreven?
i have never eaten this before
empezar lección
ik heb dit nog nooit gegeten
he has stood on his chair
empezar lección
hij heeft op zijn stoel gestaan
the spring has already started
empezar lección
de lente is al begonnen
he has slept
empezar lección
hij heeft geslapen
he has played
empezar lección
hij heeft gespeeld
you have misunderstood me
empezar lección
je hebt me verkeerd begrepen
he has drunk beer
empezar lección
hij heeft bier gedronken
i swam this morning
empezar lección
ik heb vanochtend gezwommen
i have chosen what i need
empezar lección
ik heb gekozen wat ik nodig heb
he has brought me home
empezar lección
hij heeft me naar huis gebracht
her baby was born
empezar lección
haar baby was geboren
i have not got it
empezar lección
ik heb het niet gekregen
i have done it
empezar lección
ik heb het gedaan
i bought it two years ago
empezar lección
ik heb het twee jaar geleden gekocht
i have started to learn Dutch
empezar lección
ik ben begonnen Nederlands te leren
a pity that you didn't get the job
empezar lección
jammer dat je de baan niet hebt gekregen
i was in italy last year
empezar lección
Ik was vorig jaar in Italië
the whole area has become a desert
empezar lección
het hele gebied is een woestijn geworden
he has given me that
empezar lección
hij heeft me dat gegeven
i have just arrived
empezar lección
ik ben zojuist aangekomen
i have never thought about that before
empezar lección
daar heb ik nog nooit over nagedacht
did you think of me
empezar lección
Heb je aan mij gedacht
i have searched for the book for an hour
empezar lección
ik heb een uur naar het boek gezocht
he has just departed from France
empezar lección
hij is net vertrokken uit Frankrijk
we have stayed home the whole day
empezar lección
we zijn de hele dag thuis gebleven
maybe you have forgotten to pay the bills
empezar lección
misschien ben je vergeten de rekeningen te betalen
i have followed the signs to Amsterdam
empezar lección
ik heb de borden naar Amsterdam gevolgd
i have never sung this before
empezar lección
ik heb dit nog nooit gezongen
i have changed my name
empezar lección
ik heb mijn naam veranderd
at what time did you get up
empezar lección
hoe laat ben je opgestaan
he has packed his suitcase
empezar lección
hij heeft zijn koffer gepakt
I promise to be nice to them
empezar lección
Ik beloof om aardig tegen hun te zijn
the youth
empezar lección
de jeugd
i am ten years old
empezar lección
ik ben tien jaar oud
she is American
empezar lección
ze is Amerikaanse
he is spaniard
empezar lección
hij is een Spanjaard
she is spaniard
empezar lección
ze is een spaanse
he is dutch
empezar lección
hij is nederlander
she is dutch
empezar lección
ze is nederlandse
he is American
empezar lección
hij is Amerikaan
you only had one job
empezar lección
je had maar één baan
she did it herself
empezar lección
ze deed het zelf
i wanted the blue pants
empezar lección
Ik wilde de blauwe broek
that was when we still lived there
empezar lección
dat was toen we daar nog woonden
my mother did not believe a word of it
empezar lección
mijn moeder geloofde er geen woord van
we all paid for our own food
empezar lección
we betaalden allemaal voor ons eigen eten
i used to play with him
empezar lección
Ik speelde vroeger met hem
we did not have to listen
empezar lección
we hoefden niet te luisteren
that happened
empezar lección
dat gebeurde
it took a year before i wanted to learn Dutch
empezar lección
het duurde een jaar voordat ik Nederlands wilde leren
it was not necessary but I did it anyway
empezar lección
het hoefde niet, maar ik deed het toch
i tried to speak in dutch
empezar lección
ik probeerde in het nederlands te spreken
yesterday it rained
empezar lección
gisteren regende het
the towel
empezar lección
de handdoek
i am washing my face in the sink
empezar lección
Ik was mijn gezicht in de gootsteen
the bath
empezar lección
het bad
the shower
empezar lección
de douche
we are washing our hands under the faucet
empezar lección
we wassen onze handen onder de kraan
it is gross
empezar lección
het is vies
the toothbrush
empezar lección
de tandenborstel
the toothpaste
empezar lección
de tandpasta
the soap
empezar lección
de zeep
the day before yesterday
empezar lección
eergisteren
he dries himself
empezar lección
hij droogt zich af
i clean the room
empezar lección
ik maak de kamer schoon
the scissor
empezar lección
de schaar
the nail polish
empezar lección
de nagellak
the handkerchief
empezar lección
de zakdoek
the bucket
empezar lección
de emmer
i feel so beautiful
empezar lección
ik voel me zo mooi
i used the razor to shave
empezar lección
Ik heb het scheermes gebruikt om me te scheren
do i really exist
empezar lección
besta ik echt
he caused an accident
empezar lección
hij veroorzaakte een ongeluk
disappear
empezar lección
verdwijnen
i share the book with him
empezar lección
ik deel het boek met hem
expect
empezar lección
verwachten
she doesn't support me
empezar lección
ze steunt me niet
they offer cookies
empezar lección
ze bieden cookies aan
i keep it in a secret place
empezar lección
ik bewaar het op een geheime plaats
where can I hide it
empezar lección
waar kan ik het verbergen
we solved the problem
empezar lección
we hebben het probleem opgelost
i do not doubt that
empezar lección
daar twijfel ik niet aan
that looks tasty
empezar lección
dat ziet er lekker uit
who determines what is allowed and what is not
empezar lección
wie bepaalt er wat mag en wat niet mag
this prevents you from getting sick
empezar lección
dit voorkomt dat u ziek wordt
his condition improved
empezar lección
zijn toestand verbeterde
i want to be able to determine my own future
empezar lección
ik wil mijn eigen toekomst kunnen bepalen
newspapers do not interest me at all
empezar lección
kranten interesseren me helemaal niet
i just want to improve the world
empezar lección
ik wil gewoon de wereld verbeteren
who is interested in steak
empezar lección
wie is er geïnteresseerd in biefstuk
i hope that you enjoy your trip
empezar lección
ik hoop dat je van je reis geniet
complain
empezar lección
klagen
i dont remember his name
empezar lección
Ik herinner me zijn naam niet
you do not move
empezar lección
je beweegt je niet
you must behave
empezar lección
Jullie moeten je gedragen
they see each other at the station
empezar lección
ze zien elkaar op het station
why do you rush
empezar lección
waarom haast je je?
i find myself in a dark place
empezar lección
ik bevind me in een donkere plek
i can not imagine that
empezar lección
dat kan ik me niet voorstellen
the station is located to the west of the city
empezar lección
het station bevindt zich ten westen van de stad
i shave every morning
empezar lección
ik scheer me elke morgen
we realize that very well
empezar lección
dat realiseren we ons heel goed
you need to get dressed in two minutes
empezar lección
je moet je binnen twee minuten aankleden
she is getting dressed
empezar lección
ze kleedt zich aan
how do you change your clothes?
empezar lección
hoe kleedt je je om
i am never bored
empezar lección
ik verveel me nooit
i look forward to my birthday
empezar lección
ik verheug me op mijn verjaardag
they are amazed by the dress
empezar lección
ze verbazen zich over de jurk
i am wondering how much this cost
empezar lección
ik vraag me af hoeveel dit kost
i can not afford that
empezar lección
dat kan ik me niet veroorloven
he is ashamed of her
empezar lección
hij schaamt zich voor haar
you don't have to be ashamed
empezar lección
je hoeft je niet te schamen
i am proud of myself
empezar lección
ik ben trots op mezelf
be kind to yourself
empezar lección
wees lief voor jezelf
he is annoyed by trains
empezar lección
hij ergert zich aan treinen
if i am not mistaken
empezar lección
als ik mij niet vergis
i have seen myself in the mirror
empezar lección
ik heb mezelf in de spiegel gezien
where do you see yourself in ten years
empezar lección
waar zie je jezelf over tien jaar
how long ago is it since you cleaned this toilet
empezar lección
hoe lang is het geleden sinds je dit toilet hebt schoongemaakt
there is a note on the table
empezar lección
er ligt een briefje op de tafel
the cottage
empezar lección
het huisje
will you turn off the lamp
empezar lección
doe je de lamp uit
the leaf
empezar lección
het blad
may i have another cup of coffee
empezar lección
mag ik nog een kopje koffie
the flower
empezar lección
de bloem
in the past many flowers grew here
empezar lección
vroeger groeiden hier veel bloemen
it grows very fast
empezar lección
het groeit zo snel
the baby has grown
empezar lección
de baby is gegroeid
are you still alive
empezar lección
leef je nog
which animals live in the forest
empezar lección
welke dieren leven in het bos
the crop
empezar lección
het gewas
the cave
empezar lección
de grot
it snows
empezar lección
het sneeuwt
the stone
empezar lección
de steen
the rain
empezar lección
de regen
the snow
empezar lección
de sneeuw
the rainforest
empezar lección
het regenwoud
the environment
empezar lección
het milieu
the sky
empezar lección
de lucht
the light
empezar lección
het licht
the dust
empezar lección
het stof
there is no smoke without a fire
empezar lección
er is geen rook zonder vuur
you may not drive
empezar lección
u mag niet rijden
does the bus stop at the square
empezar lección
stopt de bus op het plein
the driving license
empezar lección
het rijbewijs
the traffic
empezar lección
het verkeer
the truck
empezar lección
de vrachtwagen
the parking spot
empezar lección
de parkeerplaats
the cyclist
empezar lección
de fietser
the bike path
empezar lección
het fietspad
the public transportation
empezar lección
het openbaar vervoer
the pedestrian
empezar lección
de voetganger
the sidewalk
empezar lección
de stoep
the crosswalk
empezar lección
het zebrapad
the traffic sign is at the fourth intersection
empezar lección
het verkeersbord staat op het vierde kruispunt
you may cross when the traffic light turns green
empezar lección
u mag oversteken als het verkeerslicht groen wordt
delays make me angry
empezar lección
vertragingen maken me boos
that train is delayed by forty-five minutes
empezar lección
die trein heeft drie kwartier vertraging
the rush hour
empezar lección
het spitsuur
the traffic jam
empezar lección
De files
the highway
empezar lección
de snelweg
the gas station
empezar lección
het tankstation
the week ends tomorrow
empezar lección
de week eindigt morgen
i hate it
empezar lección
ik haat het
the roof
empezar lección
het dak
how many floors does this building have
empezar lección
hoeveel verdiepingen heeft dit gebouw
the stairs
empezar lección
de trap
we were living back then on the first floor
empezar lección
we woonden toen op de eerste verdieping
i am waiting for you at the exit
empezar lección
ik wacht op je bij de uitgang
the hallway
empezar lección
de gang
the ceiling
empezar lección
het plafond
the ground floor
empezar lección
de begane grond
the heating is broken
empezar lección
de verwarming is kapot
the basement
empezar lección
de kelder
the attic
empezar lección
de zolder
we have sent them a letter
empezar lección
we hebben ze een brief gestuurd
tell me a story
empezar lección
vertel me een verhaal
was there mail for me
empezar lección
was er post voor mij
we already have had many discussions about that
empezar lección
we hebben daarover al veel discussies gehad
the message
empezar lección
de bericht
the conversation
empezar lección
het gesprek
do not ignore me
empezar lección
negeer me niet
i am warning you
empezar lección
Ik waarschuw u
he yells at me
empezar lección
hij schreeuwt naar me
she lies without being ashamed of it
empezar lección
ze liegt zonder zich ervoor te schamen
the stamp
empezar lección
de postzegel
i ship this box
empezar lección
Ik verzend deze doos
i received it yesterday
empezar lección
ik heb het gisteren ontvangen
what kind of music does that band make
empezar lección
wat voor soort muziek maakt die band
the play consists of two parts
empezar lección
het stuk bestaat uit twee delen
that was not a good concert at all
empezar lección
dat was helemaal geen goed concert
the amusement park
empezar lección
het pretpark
the tower
empezar lección
de toren
the castle
empezar lección
het kasteel
the toy
empezar lección
het speelgoed
the swimming pool
empezar lección
het zwembad
the zoo
empezar lección
de dierentuin
i already know who is going to win
empezar lección
ik weet al wie er gaat winnen
i relax during the weekend
empezar lección
ik ontspan tijdens het weekend
we are collecting everything
empezar lección
we verzamelen alles
i went for a walk
empezar lección
ik maakte een wandeling
i do not know where that information is coming from
empezar lección
ik weet niet waar die informatie vandaan komt
i do the dishes
empezar lección
ik was af
they don't like vegetables
empezar lección
ze lusten geen groenten
why do you stir the peanut butter
empezar lección
waarom roer je de pindakaas?
he fries an egg for me
empezar lección
hij bakt een ei voor me
that is a tasty dish
empezar lección
dat is een lekker gerecht
the dessert
empezar lección
het toetje
the starter
empezar lección
het voorgerecht
the main course
empezar lección
het hoofdgerecht
the herb
empezar lección
het kruid
the fridge
empezar lección
de koelkast
the spoon
empezar lección
de lepel
the knife
empezar lección
het mes
the cutting board
empezar lección
de snijplank
the cutlery
empezar lección
het bestek
he cooks the food until it is done
empezar lección
hij kookt het eten tot het gaar is
the cup
empezar lección
de beker
the bowl
empezar lección
de kom
the cauliflower
empezar lección
de bloemkool
the raw meat
empezar lección
het rauwe vlees
put the lid on the pot
empezar lección
doe het deksel op de pan
that is exactly the same
empezar lección
dat is precies hetzelfde
how do you say that in German
empezar lección
hoe zeg je dat in het duits
you are as big as me
empezar lección
je bent net zo groot als ik
i can sing as well as her
empezar lección
ik kan net zo goed zingen als zij
she is exactly as beautiful as her mother
empezar lección
ze is precies zo mooi als haar moeder
they are about the same age
empezar lección
ze zijn ongeveer even oud
few people live longer than a hundred years
empezar lección
weinig mensen leven langer dan honderd jaar
that is more important
empezar lección
dat is belangrijker
his car is smaller than mine
empezar lección
zijn auto is kleiner dan die van mij
the cheap soap works just as well as the more expensive one
empezar lección
de goedkope zeep werkt net zo goed als de duurdere
i am more often cold than warm
empezar lección
ik heb het vaker koud dan warm
i had a dog when i was younger
empezar lección
ik had een hond toen ik jonger was
it happens more often than you think
empezar lección
het gebeurt vaker dan u denkt
what is tastier than apple
empezar lección
wat is lekkerder dan appel
i do not know a happier person than her
empezar lección
ik ken geen gelukkiger persoon dan zij
she is my older sister
empezar lección
zij is mijn oudere zus
this book is the smallest of all books
empezar lección
dit boek is het kleinste van alle boeken
it is the most important that you listen to your heart
empezar lección
het is het belangrijkste dat je naar je hart luistert
that is the most important thing
empezar lección
dat is het belangrijkste
he is the fastest
empezar lección
hij is de snelste
she is the world's strongest woman
empezar lección
zij is de sterkste vrouw van de wereld
he was the greatest writer of the last century
empezar lección
hij was de grootste schrijver van de vorige eeuw
it was one of the oldest buildings in the city
empezar lección
het was een van de oudste gebouwen in de stad
this was the best day ever
empezar lección
dit was de beste dag ooit
they use the most bread
empezar lección
ze gebruiken het meeste brood
the Netherlands is the best country of all
empezar lección
Nederland is het allerbeste land
this is the beach with the fewest tourists
empezar lección
dit is het strand met de minste toeristen
most people think i am interesting
empezar lección
de meeste mensen denken dat ik interessant ben
he prefers drinking beer
empezar lección
hij drinkt liever bier
i like to travel to france the most
empezar lección
ik reis het liefst naar frankrijk
the more the better
empezar lección
hoe meer hoe beter
silver cup
empezar lección
zilveren beker
golden box
empezar lección
gouden doos
iron is a metal
empezar lección
ijzer is een metaal
the underwear
empezar lección
het ondergoed
silk is a expensive fabric
empezar lección
zijde is een dure stof
leather jacket
empezar lección
leren jas
that pencil with which you are writing is mine
empezar lección
dat potlood waarmee je schrijft, is van mij
he often promises things that he will never do
empezar lección
hij belooft vaak dingen die hij nooit zal doen
the man whose daughter lives around the corner from me is too tall
empezar lección
de man wiens dochter bij mij om de hoek woont, is te lang
she does that thing that you never do
empezar lección
ze doet datgene wat jij nooit doet
the glass bottle
empezar lección
de glazen fles
steel door
empezar lección
stalen deur
please to meet you
empezar lección
prettig met je kennis te maken
the real estate agent
empezar lección
de makelaar
the accommodation
empezar lección
de woonruimte
the house
empezar lección
de woning
what are the possibilities
empezar lección
wat zijn de mogelijkheden
it is not far from center
empezar lección
het is niet ver van het centrum
advantage
empezar lección
voordeel
that is true
empezar lección
dat is waar
i will discuss it with him
empezar lección
ik zal het met hem overleggen
i call you as soon as possible
empezar lección
ik bel je zo snel mogelijk
what is wrong?
empezar lección
wat is er aan de hand?
as you see
empezar lección
zoals je ziet
terrible
empezar lección
verschrikkelijk
itch
empezar lección
jeuk
yesterday evening
empezar lección
gisteravond
tell
empezar lección
vertellen
during the day
empezar lección
overdag
the football club
empezar lección
de voetbalclub
the last few days
empezar lección
de afgelopen dagen
i scratch my back
empezar lección
ik krab mijn rug
good luck (get better)
empezar lección
sterkte (word beter)
get better soon
empezar lección
beterschap
i go to france on Monday
empezar lección
Ik ga op maandag naar Frankrijk
may we pay
empezar lección
mogen we afrekenen
shall we arrange a meeting for Monday
empezar lección
Zullen we voor maandag een afspraak maken?
anything else?
empezar lección
verder nog?
nice weekend
empezar lección
prettig weekend
keep the change
empezar lección
laat de rest maar zitten
the size
empezar lección
de maat
to repeat
empezar lección
herhalen
i need help
empezar lección
ik heb hulp nodig
i am worried
empezar lección
ik maak me zorgen
there is something wrong with my throat - it hurts
empezar lección
ik heb last van mijn keel
yesterday i ate something delicious
empezar lección
gisteren heb ik iets lekkers gegeten
i slept at 12 o'clock
empezar lección
ik ben om 12 uur gaan slapen
i suffer from back pain
empezar lección
ik heb last van rugpijn
my bicyle has never been stolen
empezar lección
mijn fiets is nog nooit gestolen
it is clear
empezar lección
het is duidelijk
it was slippery
empezar lección
het was glad
the wheel
empezar lección
het wiel
the tyres
empezar lección
de banden
the seat
empezar lección
het zadel
the carrier
empezar lección
de bagagedrager
the handlebars
empezar lección
het stuur
the pedal
empezar lección
de trapper
the brakes
empezar lección
de remmen
the expression
empezar lección
de uitdrukking
I used to (back then) go to school on Saturday
empezar lección
vroeger ben ik op zaterdag naar school
am I mistaken?
empezar lección
vergis ik me?
I enjoy it here
empezar lección
het bevalt me hier
the part-time job
empezar lección
het bijbaantje
what a coincidence
empezar lección
wat toevallig
I am getting ready for
empezar lección
Ik bereid me voor op
I am not feeling well
empezar lección
Ik voel me niet lekker
I do not remember the 2005 vacation
empezar lección
Ik herinner me de vakantie van 2005 niet meer
I have to make a shopping list or i can not remember everything
empezar lección
Ik moet een boodschappenlijstje maken anders kan ik me niet alles onthouden
annoying
empezar lección
wat vervelend
I am very busy
empezar lección
ik ben het veel te druk
i am 100% convinced
empezar lección
ik ben zeker van mijn zaak
i earn as much as my brother
empezar lección
ik verdien evenveel als mijn broer
i am involved in coaching
empezar lección
ik ben betrokken bij coaching
challenging
empezar lección
uitdagend
do not hesitate
empezar lección
Aarzel niet
fixed work hours
empezar lección
vaste werktijden
to decide
empezar lección
beslissen

Debes iniciar sesión para poder comentar.