czasowniki nieregularne 7

 0    13 tarjetas    Mariusz321
descargar mp3 imprimir jugar test de práctica
 
término definición
śmierdzieć
empezar lección
stinken, stonk, stonken, heeft gestonken
ciągnąć
empezar lección
trekken, trok, trokken, heeft getrokken
upaść/ spaść
empezar lección
vallen, viel, vielen, is gevallen
łapać
empezar lección
vangen, ving, vingen, heeft gevangen
walczyć
empezar lección
vechten, vocht, vochten, heeft gevochten
zabronić
empezar lección
verbieden, verbood, verboden, heeft verboden
połączyć
empezar lección
verbinden, verbond, verbonden, heeft verbonden
zniknąć
empezar lección
verdwijnen, verdween, verdwenen, is verdwenen
porównać
empezar lección
vergelijken, vergeleek, vergeleken, heeft vergeleken
zapomnieć
empezar lección
vergeten, vergat, vergaten, is/ heeft vergeten
sprzedać
empezar lección
verkopen, verkocht, verkochten, heeft verkocht
straćić/zgubić
empezar lección
verliezen, verloor, verloren, heeft verloren
rozumieć/ dobrze słyszeć
empezar lección
verstaan, verstond, verstonden, heeft verstaan

Debes iniciar sesión para poder comentar.