czasowniki nieregularn

 0    11 tarjetas    Mariusz321
descargar mp3 imprimir jugar test de práctica
 
término definición
uważać
empezar lección
uitkijken, keek/ keken uit, heeft uigekeken
wypowiedzieć
empezar lección
uitspreken, sprak/ spraken uit, heeft uitgesproken
wystawać
empezar lección
uitsteken, stak/ staken uit, heeft uitgestoken
wygladać
empezar lección
uitzien, zag/ zagen uit, heeft uitgezien
wyszukiwsć
empezar lección
uitzoeken, zocht/ zochten uit, heeft uitgezocht
płyńąć
empezar lección
varen, voer/ voeren, heeft/is gevaren
nabywać
empezar lección
verkrijgen, verkreeg/ verkregen, heeft verkregen
opuszczać
empezar lección
verlaten, verliet/ verlieten, heeft verlaten
dowiadywać się
empezar lección
vernemen, vernam/ vernamen, heeft vernomen
pojawiać
empezar lección
verschijnen, verscheen/ verschenen, is verschenen
zastepować
empezar lección
vervangen, verving/ vervingen, heeft vervangen

Debes iniciar sesión para poder comentar.