czasowniki

 0    347 tarjetas    mateuszsobolewski36
descargar mp3 imprimir jugar test de práctica
 
término definición
een dutje doen
empezar lección
zdrzemnąć się
langskomen
Kom je vanavond even langs
empezar lección
wpadac z wizyta
wpadniesz dzis wieczorem?
verstrekken, verlenen, toekennen (regelmatig)
de docter verleende eerste hulp voor pantient
empezar lección
zapewniac, udzielac, przyznawac (regularna)
lekarz udzielil pomocy pacjentowi
uitmonden in
De ruzie mondde uit in een vechtpartij
empezar lección
doprowadzic do, konczyc sie czym
klotnia doprowadzla do bojki
waarmaken
Als je iets belooft, maak het waar
empezar lección
spelnic(przyrzeczenie), dotrzymac(slowa
jesli cos oniecujesz, dotrzymaj slowa
meevallen, viel/ vielen mee, meegevallen
empezar lección
lepiej niż oczekiwano, lepiej niż oczekiwano, lepiej niż oczekiwano
valt het mee, nu je er woont? ja eingelijk wel
empezar lección
czy jest wporzadku odkad tam mieszkasz?, że tam mieszkasz? tak, właściwie tak jest
verstandig
empezar lección
rozsądny
hoe was de tandarst? Het viel mee
empezar lección
Jak było u dentysty? Nie bylo tak zle
opschieten met iemand
ik schiet goed op met mij klanten.
empezar lección
dogadywac sie z kims
dogaduje sie dobrze z klientami
We schoten niet zo goed op met elkaar vroeger.
empezar lección
wczesniej nie dogadywaliamy sie dobrze
overstijgen
het resultaat oversteeg mijn verwachtingen
empezar lección
przekroczyć
wynik przerosl moje oczekiwania
instorten
toen hij de diagnose hoorde, stortte hij in
empezar lección
zawalić się/ zalamac sie
kiedy uslyszal diagnoze, zalam sie
dit gebouw stortte in na de storm
empezar lección
ten budynek zawalił się po burzy
betrouwbaar
empezar lección
niezawodny
zich haaste
Ik moet me haasten, ik ben te laat.
empezar lección
spieszyc sie
Muszę się spieszyć, jestem spóźniony.
tegenvallen
het weer valt tegen vadnaag
empezar lección
zawieść kogoś, rozczarować, wypasc gorzej niz oczekiwano
Pogida dzis rozczarowuje
boffen
je boft, je moet morgen niet naar werk te gaan
empezar lección
miec szczescie
Masz szczescie nie musisz isc jutro do pracy
eigenwijs
empezar lección
uparty
afspreken met
Als we afspreken, praten we dan
empezar lección
spotkać się z
Jak sie spotkamy to pogadamy
injecteren
empezar lección
wstrzykiwać
diagnosticeren
empezar lección
zdiagnozowac
wegvallen
Een deel van onze inkomsten is weggevallen
empezar lección
odpadać
czesc z naszych dochodow zniknela
aanhalen
In zijn toespraak haalde hij een onderzoek van de universiteit aan.
empezar lección
cytowac, przytoczyc
W swoim przemówieniu przytoczył badanie uniwersytetu
Onterecht geviseerd
Hij voelt zich onterecht geviseerd door de media
empezar lección
Nieslusznie oskarzony
czuje sie nieslusznie oskarzony przez media
goede band hebben
ik heb geen goede band met het team
empezar lección
mieć dobra relacne
Nie mam dobrej relacji z druzyna
allerei
Ze verkoopt allerlei soorten kleding
empezar lección
wszystkie rodzaje
on sprzedaje rozne rodzaje ciuchow
betrokken
De personen betrokken bij deze zaak worden geïnformeerd
empezar lección
zaagnażowany, dotyczacy kogos
osoby zaangazowane w ta sprawe zostana poinformowane
rechtstreeks
Hij komt rechtstreeks van zijn werk
empezar lección
bezpośrednio
On przychodzi prosto z pracy
zich begeven
Hij begaf zich naar de uitgang
empezar lección
udac sie, przemieszczac sie
on udal sie do wejscia
alles in het werk te stellen
We zullen alles in het werk stellen om het probleem op te lossen.
empezar lección
dołożyć wszelkich starań
Dolozymy wszelkich stara aby rozwiazac problem
beschikken over
Hij beschikt over veel ervaring
empezar lección
dyslonowac, miec do dyspozycji
on dysponuje duzym doswiadczeni
vermoeden
Ik vermoed dat hij te laat komt.
empezar lección
podejrzewac, domyslac sie
Podejrzewam ze przyjdzie za pozno
aannemen, neem aan, namen aan, nam aan, hebben aangenomen
Ik neem aan dat je gelijk hebt
empezar lección
zakladac, przyjmowac
zakladam ze masz racje
overleggen
Laten we even overleggen voor we beslissen.
empezar lección
Omawiać, naradzac sie
Naradzmy sie zanim podejmiemy decyzje
aankunnen - kon aan - konden aan - h aangekund
Ik kan deze taak wel aan
empezar lección
radzic sobie
poradze sobie z tym zadaniem
ingrijpen/ geep in/ ingegrepen
De politie greep in toen het conflict escaleerde.
empezar lección
interweniować
policja zainterniowala kiedy conflict ekskalowac
welzijn
empezar lección
dobre samopoczucie
letterlijk
empezar lección
dosłownie
handig
empezar lección
przydatny
bepalen
We moeten de prijs bepalen
empezar lección
ustalić
musimy ustalic cene
volhouden/ volgehouden/ hield vol
Ik kon hun misbruik niet volhouden
empezar lección
wytrwac, wytrzymac
nie moglem zniesc ich naduzyc
zich gedragen
Je kunt je niet zo gedragen. Wees beleefd
empezar lección
zachowywać się
nie mozesz sie tak zachowywac. badz uprzejmy
bestrijden
De overheid bestrijdt criminaliteit
empezar lección
zwlaczac
rzad zwalcza kryminalnosc
kwetsbaar
Dit systeem is kwetsbaar voor aanvallen.
empezar lección
wrażliwy
ten system jest podatny na ataki
weefsel
empezar lección
tkanka
veelbelovend
Dat was een veelbelovende start.
empezar lección
obiecujący
To byl obiecujacy start
de eigenschappen
Deze thee heeft gezonde eigenschappen
empezar lección
właściwości
ta herbata ma zdrowe wlasciwosci
regenachtig
In de herfst is het vaak regenachtig en koud.
empezar lección
deszczowy
w jesien jest czesto deszczowo i zimno
terechtkomen
Na de ruzie kwam hij uiteindelijk bij zijn ouders terecht
empezar lección
trafić gdzieś, wylądować gdzieś
po klotni w koncu wyladowal u rodzicow
bevroren
Ik eet graag bevroren fruit
empezar lección
mrożony
lubie jesc mrozone owoce
belanden (zijn)
We zijn in een rare situatie beland
empezar lección
wpaść gdzieś, skończyć gdzieś
wpadlismy w dziwna sytuacja
omkomen
hij is omgekomen in bij het ongeval
empezar lección
zginąć tragicznie(np. w wypadku)
Zginal w wypadku
beschadigen
De storm heeft het dak beschadigd
empezar lección
uszkodzić
Burza uszkodzila dach
Het dak is afgewaaid
empezar lección
Dach został zerwany
vaststellen
Wanneer is de vergadering? We moeten de tijd nog vaststellen
empezar lección
ustalac
kiedy kest spotkanie? musimy to jeszcze ustalic
afdingen
Ik probeer altijd af te dingen op de markt
empezar lección
targować się
zawsze probuje targowac sie na targu
toestemming
empezar lección
pozwolenie
voorwaarde
op voorwaarde dat
empezar lección
warunek
pod warunkiem ze
nep
empezar lección
podrobka
ezel
empezar lección
osioł
begeleiden
De mentor begeleidt de nieuwe studenten
empezar lección
towarzyszyć, prowadzic(np. ucznia), wspierac
opiekun wspiera nowych uczniow
blijken
Het bleek een vergissing te zijn.
empezar lección
okazać się
to okazalo sie pomylka
uitvallen
De motor viel uit tijdens het rijden.
empezar lección
przestac dzialac
silnik przestal dzialac podczas jazdy
uitvallen
Zijn tand is uitgevallen.
empezar lección
wypasc
wypadl mu zab
uitvallen
De wifi is uitgevallen.
empezar lección
przestac dzialac
wifi przestalo dzialac
overnachten
Tijdens de reis hebben we in een tent overnacht.
empezar lección
nocowac
podczas podrozny nocowalismy w namiocie
omboeken
We hebben het hotel omgeboekt naar een andere datum
empezar lección
przebookowac
przebookowalismy nasz hotel ma inna date
zich neerleggen
Je moet je neerleggen bij de beslissing van de rechter.
empezar lección
pogodzic sie z czyms
Musisz pogodzic sie z decyzja sadu
voldoen aan bepaalde voorwaarden
Deze woning voldoet niet aan de gestelde voorwaarden.
empezar lección
spełniać pewne warunki
ten dom nie spelnia postawionych warunkow
onbedoeld
Het was een onbedoelde fout
empezar lección
nieumyslny
to byl nieumyslny blad
waarvan
Het boek waarvan ik de titel niet ken
empezar lección
z czego, o czym, ktorego.
Ksiazka ktorej tytulu nie znam
waarvoor
De reden waarvoor hij kwam is onbekend.
empezar lección
do czego, na co
Powod dla ktorego on przyszedl jest nie znany
waaruit
De doos waaruit ik het pakte is kapot
empezar lección
z którego, czego
Pudelko z ktorego to wyjalem jest zepsute
gebrek aan vertrouwen
empezar lección
brak zaufania
akkoord gaan met iets
Ze ging akkoord met het huren van een appartement voor ons.
empezar lección
zgodzić się na coś
zgodzila sie wynajac dla nas apartament
opzoeken
empezar lección
spojrzeć w górę
opendraaien (sheidbare)
Kun je de kraan opendraaien?
empezar lección
odkrecac (rozdzielny)
czy mozesz odkrecic kran
zich verslapen
Hij versliep zich en miste de trein
empezar lección
zaspac
on zaspal i przegapil pociag
doornemen
Ik moet mijn aantekeningen nog doornemen voor het examen.
empezar lección
przejrzeć, przeczytać uważnie, omówić (np. materiał, dokumenty, lekcję)
musze jeszcze przejrzec moje notatki przed egzamin
blijkbaar
Hij is blijkbaar vergeten dat we een afspraak hadden.
empezar lección
najwyraźniej, widocznie, jak widać
On najwyraznien zapomnial ze mielismy spotkanie
afgaan
Het brandalarm ging ineens af.
empezar lección
wlaczyc sie (np. budzik, alarm)
nagle wlaczyl sie alarm
op tijd zijn (bijvoorbeeld voor een vergadering, bus)
Als je je haast, haal je de bus nog.
empezar lección
zdazyc (np na spotkanie, autobus)
jesli sie pospieszysz, zdazysz na autobus
inschatten
Het is moeilijk om het risico in te schatten.
empezar lección
szacować
Jest mozliwe aby oszacowac ryzyko
het tumult
Het publiek veroorzaakte veel tumult tijdens de wedstrijd.
empezar lección
zamieszanie
Publika wywolala duzo zamieszania podczas meczu
het domein
empezar lección
Domena, posiadlosc
de begeleiding,
Ze biedt begeleiding aan mensen met een beperking.
empezar lección
wskazówki, wsparcie
ona oferuje wsparcie dla ludzi z niepelnosprawnoscia
zich misdragen
Je moet je niet misdragen tijdens het feest.
empezar lección
źle się zachowywać
nie powinienes sie zle zachowywac podczas imprezy
verrijken
Hij probeert zich te verrijken door belasting te ontduiken
empezar lección
wzbogacać
probuje sie wzbogacic przez unikanie podatkow
de genezing
De genezing van de wond duurt langer dan verwacht.
empezar lección
gojenie, proces leczenia
Gojenie sie rany trwa dluzej niz oczekiwano
een knoop doorhakken
Ik twijfelde lang over mijn job, maar gisteren heb ik de knoop doorgehakt: ik neem ontslag.
empezar lección
podjac trudna decyzje
Dlugo sie wahalem co do pracy, ale wczoraj podjalem decyzje: odchodze
ontslag nemen
empezar lección
rezygnować z pracy
ontslag krijgen
Hij heeft vorige week ontslag gekregen.
empezar lección
zostać zwolnionym
on zostal zwolniony w zeszlyl tygodniu
overdrijven/ overdreef/ overdreven
Overdrijf niet, zo erg is het niet.
empezar lección
przesadzać/
nie przesadzaj, nie jest az tak zle
stemming
empezar lección
nastrój
zelden
empezar lección
rzadko
het is waardevol om met iemand af te spreken
empezar lección
warto spotkać się z kimś
helpen bij het opbouwen van diepere relaties
empezar lección
pomóc budować głębsze relacje
Wat er om ons heen gebeurt
empezar lección
Co dzieje się wokół nas
Als ik niet naar mijn werk hoefde te pendelen, zou ik mijn auto verkopen.
empezar lección
Gdybym nie musiał dojeżdżać do pracy, sprzedałbym swój samochód.
het verwijderen
empezar lección
usunięcie
de vrije meningsuiting
empezar lección
wolność słowa
bekritiseren
Het beleid van de regering wordt vaak bekritiseerd.
empezar lección
krytykować
polityka rzadu jest czesto krytykowana
verslag doen van
Kun je verslag doen van de vergadering?
empezar lección
informować o, relacjonować
czy mozesz zdac relacja co bylo na spotkaniu?
de vervuiling
empezar lección
zanieczyszczenie
afvalscheiding
empezar lección
segregacja odpadów
de CO2-uitstoot
empezar lección
emisje CO2
vervuilen
De fabriek vervuilt het water in de rivier.
empezar lección
zanieczyszczać
fabryka zanieczyszcza wode w rzecze
doneren
Zij doneren geld aan een goed doel.
empezar lección
podarować
Oni przekazuja pieniadze na cele charytatywne
de vrijheid
empezar lección
wolność
het misverstand
empezar lección
Nieporozumienie
de woede
empezar lección
Gniew
misgaan
Alles ging mis tijdens het project.
empezar lección
poszło źle
wszystko poszlo zle podczas projectu
uitzenden
Die zender zendt elke avond een nieuwsprogramma uit.
empezar lección
nadawać
ta stacja nadaje co wieczor program informacyjny
aanzienlijk
Er is een aanzienlijke verbetering in zijn gezondheid.
empezar lección
znaczący
jest znaczaca poprawa w jego stanie zdrowia
opvallen
Die rode jas valt echt op.
empezar lección
wyróżniać się
ten czerwony plaszcz bardzo rzuca sie w oczy
onderdrukken
Hij probeerde zijn woede te onderdrukken
empezar lección
stłumić, powstrzymać
On probowal stlumic swoja zlosc
betreffen
Dit betreft de hele samenleving
empezar lección
dotyczyc
to dotyczy calego spoleczenstwa
doormaken
We maken moelijke tijden door
empezar lección
przechodzic przez(np. trudny okres)
Przechodzimy trudny czas
vernemen/vernamen/hebben vernomen
Ik heb vernomen dat hij ontslag nam.
empezar lección
dowiadywac sie
Dowiedzialem sie ze on sie zwolnil
omgaan met
Hij kan goed omgaan met stress.
empezar lección
obchodzic sie radzic sobie
On dobrze radzis sobie ze stresem
Kun je tegen stress?
empezar lección
Czy potrafisz sobie radzić ze stresem?
Ze kan niet tegen kritiek.
empezar lección
Nie potrafi sobie poradzić z krytyką.
Hij kan niet tegen zijn verlies.
empezar lección
Nie znosi przegrywać.
stoort het je
empezar lección
przeszkadza Ci to?
Is dat onderdeel al binnengekomen?
empezar lección
Czy ta część już dotarła?
binnenkomen
Het pakketje is net binnengekomen
empezar lección
docierac
paczka wlasnie dotarla
Als het pakketje al binnen is gekomen, mag ik het uitpakken?
empezar lección
Czy mogę rozpakować przesyłkę, jeśli już dotarła?
erin sukkelen
Ik ben er zomaar ingesukkeld zonder het te beseffen.
empezar lección
wplatac sie w cos przypadkiem
wplatalem sie w to zupelnie nieswiadomie
inschakkelen,
De machine is ingeschakeld
empezar lección
włączać
maszyna jest wlaczona
inschakelen
De politie werd ingeschakeld.
empezar lección
zaangazowac kogos
Policja zostala zaangazowana
De technicus werd ingeschakeld om het probleem op te lossen.
empezar lección
technik zostal zaangazowany do rozwiazania problemu
klaarlichte dag
empezar lección
jasny dzień
vastzetten
De verdachte werd vastgezet in de cel.
empezar lección
aresztowac, przymocowac
podejrzany zostal osadzony w celi
Zet de lading goed vast in de vrachtwagen.
empezar lección
Zabezpiecz ładunek prawidłowo w ciężarówce.
de leugen
empezar lección
kłamstwo
doorprikken
Ze doorprikte zijn leugens snel.
empezar lección
przebić, demaskowac klamstwo
Ona szybko zdemaskowala jego klamstwa
wetens en willens
Hij heeft wetens en willens gelogen
empezar lección
świadomie i celowo
On sklamal swiadomie i z premedytacja
Hij heeft een rechtszaak
empezar lección
Ma sprawe w sadzie
Hij is beschuldig van fraude
empezar lección
Został oskarżony o oszustwo
Samenspannen (scheidbare)
Ze hebben tegen mij samengespannen
empezar lección
spiskowac (rozdzielny)
zmowili sie przeciwko mnie
beraamden
Het was een zorgvuldig beraamde aanval
empezar lección
planowany
to byl starannie zaplanowany atak
het hoederecht over kinderen
empezar lección
opieka nad dziećmi
inhouden
Ze probeerde haar woede in te houden.
empezar lección
postrzymac sie
ona probowala powstrzymac zlosc
inhouden
Wat houdt dit plan precies in?
empezar lección
zawierać/obejmować
co dokladnie zawiera ten plan
Dit plan houdt deze optie niet in
empezar lección
Ten plan nie obejmuje tej opcji
Je kunt gedood worden.
empezar lección
Możesz zostac zabity.
Je zou gedood kunnen worden.
empezar lección
Moglbys zostac zabity(przypuszczenie)
volstrekt
empezar lección
absolutnie
overkomen
Er is me gisteren iets bizars overkomen
empezar lección
przydarzyć się
wczoraj przydarzylo mi sie cos dziwnego
evenals
hij is even groot als ik
empezar lección
tak jak
on jest tak wysoki jak ja
tamelijk
De prijs is tamelijk hoo
empezar lección
dość
cena jest calkiem wysoka
enigszins
empezar lección
nieco
meteen
empezar lección
natychmiast
overkomen (in dit geval scheidbaar)
Hoe kwam ik over tijdens de presentatie?
empezar lección
sprawiac wrazenie/ prezentowac sie
jak wypadlem podczas prezentacji?
Hij komt vriendelijk over.
empezar lección
Wydaje się być przyjazny.
ik heb wat tijd nodig
empezar lección
potrzebuję trochę czasu
vermoeden
Je kan vermoeden hoe dat geëindigd is
empezar lección
domyslac sie, podejrzewac
mozesz sie domyslic jak to sie skonczylo
jammer
empezar lección
szkoda
De oorlog heeft veel families getroffen
empezar lección
Wojna dotknęła wiele rodzin
ontstaan
Het probleem is ontstaan tijdens de vergadering.
empezar lección
pojawic sie, zaistniec, narodzic sie(np plan)
problem narodzil sie podczas spotkania
De stad is ontstaan in de middeleeuwen
empezar lección
Miasto powstało w średniowieczu
Ik zie/beschouw dit als een kans.
empezar lección
Widzę/ postrzegam to jako szansę.
Zij beschouwen hem als een expert.
empezar lección
postrzegaja go za eksperta.
doorzettingsvermogen
Met genoeg doorzettingsvermogen kun je je doelen bereiken.
empezar lección
wytrwałość
z wystarczajaca determinacja mozesz osiagnac swoje cele
Ze bewonderen zijn doorzettingsvermogen ondanks de tegenslagen.
empezar lección
Podziwiają jego wytrwałość pomimo niepowodzeń.
Ze is natuurlijk begaafd met een sterk geheugen.
empezar lección
on ma nautalny talent, do dobrej pamieci
volhardend
Je moet volhardend zijn
empezar lección
trwały, wytrwaly, wytrzymaly
Musisz byc wytrwaly
Je moet doorzetten
empezar lección
Musisz wytrwać
ondanks
Ondanks haar vermoeidheid bleef ze werken.
empezar lección
pomimo
pomimo zmeczenia pracowala dalen
medeplichting
Hij was medeplichtig aan de overval.
empezar lección
współudział
byl wspolwinny w napadzie
zomaar
Hij kwam zomaar binnen zonder te kloppen.
empezar lección
tak sobie, tak ot tak
on wszedl tak sobie, bez pukania
nieuwsgierig
empezar lección
ciekawski
Buiten het bestek vallen
Het onderhoud van de lift valt buiten het bestek van deze renovatie.
empezar lección
Poza zakresem
Konsereacja windy nie jest objeta tym remontem
overnemen
Hij heeft het bedrijf van zijn vader overgenomen.
empezar lección
przejąć
on przejal firme po ojcu
opvallen
Ze viel op door haar vriendelijke glimlach.
empezar lección
zwracac uwage na
zwracala uwage swoim usmiechem
vergoeding
Ik krijg een vergoeding voor de gemaakte reiskosten.
empezar lección
odszkodowanie, zwrot kosztów
dostaje zwrot kosztow podrzy
De verzekeraar betaalt de schadevergoeding bij schade.
empezar lección
Ubezpieczyciel wypłaca odszkodowanie w razie szkody.
verhouding
De verhouding suiker tot water is 1 op 4.
empezar lección
stosunek
stosunek cukru do wody to 1 do 4
het draait om
empezar lección
chodzi o
Contract in strijd met wetgeving
empezar lección
Umowa sprzeczna z prawem
voorleggen
Ik leg het voorstel voor
empezar lección
przedstawic, przekazac do rozpatrzenia
przedstawiam propozycje
Het voorstel is aan de commissie voorgelegd.
empezar lección
Wniosek został przedstawiony Komisji.
het verleden
Hij praat nooit over zijn verleden
empezar lección
przeszłość
On nigdy nie gada o swojej przyszlosci
De wereld zakte weg onder mijn voeten.
empezar lección
Świat zniknął mi spod stóp.
verpesten
Je hebt de hele sfeer verpest.
empezar lección
zepsuc emocjonalnie np atmosfere
zepsules cala atmosfere
gaan onderdoor aan iets
Je kunt blijven doen alsof alles goed gaat, maar ga je er toch aan onderdoor.
empezar lección
zalamac sie z powodu czegos
mozesz dalej udawac ze wszystko jest dobrze, ale i tak cie to wykoczy
dankzji hem
empezar lección
dzięki niemu
vermoeiend
Het was een vermoeiende dag op het werk.
empezar lección
wyczerpujący, meczacy
to byl wyczeprujacy dzien w pracy
sociale onthouding
empezar lección
dystans społeczny
op een verantwoorde manier
empezar lección
w sposób odpowiedzialny
Wat vroeg hij?
empezar lección
O co pytał?
Waar vroeg hij naar? → Jeśli chodzi o konkret
empezar lección
O co prosił? → Jeśli chodzi o konkret
schrappen
We moeten dit punt uit het verslag schrappen
empezar lección
wykreslic
musimy wykreslic ten punkt z raportu
Ze hadden jarenlang een geheime verhouding.
empezar lección
Przez lata prowadzili sekretny romans.
zich bewust worden van iets
Ze werd zich bewust van haar fouten tijdens het examen
empezar lección
uświadomić sobie coś
Zdala sobie sprawe ze swoich bledow podczas egzaminu
ten hoogste
in kan ten hoogste 2 dagen blijven
empezar lección
najwyżej
moge zostac co najwyzej 2 dni
hoog spanning
empezar lección
Wysokie napięcie
hoogmoedig
Een hoogmoedig persoon denkt dat hij altijd gelijk heeft.
empezar lección
zarozumialy, nadety
zarozumiala osoby mysli ze zawsze ma racje
hoofd breken over iets
Je hoeft je hoofd er niet over te breken, ik help je wel.
empezar lección
łamać sobie nad czymś głowę
nie musisz sobie z tym lamac glowy, pomoge ci
excursie, het uitje
We maken een gezellig uitje met vrienden.
empezar lección
wycieczka, wypad, wyjdcie
robiny fajny wypad z przyjaciolmi
de rommel
Wat een rommel hier!
empezar lección
bałagan
co za balagan tutaj
de moeite waard
Dat museum is echt de moeite waard.
empezar lección
wart wysiłku/ zachodu
To muzeum jest warte odwiedzenia
het gedoe
Wat een gedoe was dat!
empezar lección
problem, zamieszanie
co za zamieszanie tam bylo
de gewoonte
Het is een slechte gewoonte.
empezar lección
zwyczaj, przyzwyczajenie
to jest zle przyzwyczajenie
bezig zijn met
Ik ben bezig met koken.
empezar lección
być zajętym
jestem zajety gotowaniem
klaarmaken
Ik maak het avondeten klaar.
empezar lección
przygotować
przygotowuje kolacje
tegenhouden
Niemand kon hem tegenhouden.
empezar lección
powstrzymac, zatrzymac(np. kogos)
nikt nie mogl go powstzrymac
Voorlopig kan het zo blijven.
empezar lección
Na razie może tak zostać.
De verdachte werd voorgeleid aan de onderzoeksrechter.
empezar lección
Podejrzanego postawiono przed sędzią śledczym.
voorgeleid (bijv. naar de boomgaard)
empezar lección
doprowadzony
Hij beweert dat hij niets fout heeft gedaan.
empezar lección
Twierdzi, że nie zrobił nic złego.
moedig
deze jongen is echt moedig
empezar lección
odważny
ten chlopiec jest naprawde odwazny
oneerlijk
empezar lección
niesprawiedliwy
failliet gaan
Het bedrijf is failliet gegaan.
empezar lección
zbankrutować
ta firma zbankrutowala
dit meisje is verlegen
empezar lección
ta dziewczyna jest nieśmiała
overweldigd
Ik voel me overweldigd door emoties
empezar lección
przytłoczony
czuje sie przytloczony przez emocje
bewustwording te vergroten
empezar lección
podnieść świadomość
vergemakkelijken
Nieuwe technologieën vergemakkelijken ons dagelijks leven.
empezar lección
ulatwiac
nowe technologie ulatwiaja nasze codzienne zycie
losmaken(scheidbaar
Hij probeert de schroef los te maken.
empezar lección
odłączyć, rozloaczyc (rozłączny)
On probuje poluzowac srube
de noodzaak
empezar lección
konieczność, potrzeba
het bewustzijn
empezar lección
swiadomosc
Foltering
Psychische foltering kan net zo schadelijk zijn als fysieke pijn.
empezar lección
Torturować, znecanie sie
Psychiczne znecanie sie moze byc rownie szkodliwe jak bol fizyczny
Dat loont niet echt
empezar lección
To się naprawdę nie opłaca
werving
Ze zijn bezig met de werving van vrijwilligers voor het evenement.
empezar lección
rekrutacja
Oni zajmują się rekrutacją wolontariuszy na wydarzenie.
postzegel
empezar lección
pieczęć
begaafd
empezar lección
utalentowany
krijt
empezar lección
kreda
gedenkwaardig
Het was een gedenkwaardige dag
empezar lección
niezapomniany
To byl pamietny dzien
Alles loopt volgens plan
empezar lección
Wszystko idzie zgodnie z planem
zich houden aan
Je moet je houden aan de regels.
empezar lección
przestrzegać, dotrzymac
musisz przestrzegac zasad
Hij houdt zich nooit aan de afspraken.
empezar lección
Nigdy nie dotrzymuje umów.
verwaarlozing
Verwaarlozing van de gezondheid kan leiden tot ernstige problemen.
empezar lección
zaniedbanie
Zaniedbanie zdrowia moze prowadzic do powaznych problemow
stoutmoedig
empezar lección
pogrubienie
iets goed beheersen
Je moet deze software goed beheersen om hier te kunnen werken.
empezar lección
dobrze coś opanować
Musisz dobrze opanowac te oprogramowanie aby moc tu pracowac
handen vol hebben aan iets
We hebben onze handen vol aan dit project.
empezar lección
mieć pełne ręce roboty z czymś
mamy rece pelne roboty przy tym projekcie
het redden
ik red het wel
empezar lección
poradzic sobie
poradze sobie
verdragen
Ik kan niet de pijn verdragen
empezar lección
znieść
Hij kwam er glad uit, zonder straf.
empezar lección
Wyszedł z tego bez szwanku, bez kary.
belediging
Hij voelde zich gekwetst door die belediging.
empezar lección
zniewaga
poczul sie zraniony przez ta obelge
beledigen
Het was niet mijn bedoeling om je te beledigen.
empezar lección
obrazić
Nie mialem zamiaru Cie obrazic
waarnemen
Ik neem waar dat het buiten donker wordt.
empezar lección
dostrzec
Zauwazylem ze na zewnatrz robi sie ciemno
zich op zijn gemak voelen
Ik voel me op mijn gemak bij jou.
empezar lección
czuć się komfortowo
czuje sie komfortowo przy tobie
vijver
empezar lección
staw
ontslaan ontsloeg, ontsloegen ontslagen
Hij zei dat ik ontslagen ben.
empezar lección
zwolnic
on powiedzial ze mnie zwolnili
te komen weten(zijn)
Ik ben net te weten gekomen dat hij ziek is
empezar lección
dowiedzieć się
wlasnie sie dowiedzialem ze on jest chory
Hoe kan ik dat te weten komen?
empezar lección
Jak mogę się tego dowiedzieć?
de burgerlijke stand bepalen
empezar lección
ustalić stan cywilny
Ik ben gekalmeerd
empezar lección
Uspokoiłem się
opmerking
Heb je nog opmerkingen?
empezar lección
komentarz, uwaga
Masz jeszcze jakis uwagi?
hamer
empezar lección
młotek
verslavend
Deze serie is verslavend.
empezar lección
wciągający
ten serial jest wciagajacy
ooglid
empezar lección
powieka
hoogtepunt
empezar lección
Atrakcja, punkt kulminacyjny
uitbreiding,
De uitbreiding van het gebouw is begonnen.
empezar lección
rozszerzenie, rozbudowa
Rozbudowa budynku sie rozpoczela
geleidelijk
De situatie verbetert geleidelijk.
empezar lección
stopniowo
sytuacja sie stopniowo poprawia
werden schuldig bevonden
Zij werd schuldig bevonden.
empezar lección
zostac uznanym winnym
ona zostala uznana winna
jeuken
Het jeukt verschrikkelijk
empezar lección
swędziec
to swedzi straszliwie
de aandacht afleiden
Hij probeerde de aandacht af te leiden van het probleem.
empezar lección
odciagnac uwage
On probowal odwrocic uwage od problemu
Als ik harder had gestudeerd, zou ik geslaagd zijn.
empezar lección
Gdybym się bardziej uczył, zdałbym.
3 tryb
Als zij op tijd was vertrokken, zou ze de bus niet hebben gemist.
empezar lección
Gdyby wyjechała na czas, nie spóźniłaby się na autobus.
3 tryb
Als we dat wisten, zouden we iets anders hebben gedaan.
empezar lección
Gdybyśmy o tym wiedzieli, zrobilibyśmy coś inaczej.
3 tryb
lek
empezar lección
nieszczelność
Als ik rijk was, zou ik een huis aan zee kopen.
empezar lección
Gdybym był bogaty, kupiłbym dom nad morzem.
2 tryb
Als we in Amsterdam woonden, zouden we geen auto nodig hebben.
empezar lección
Gdybyśmy mieszkali w Amsterdamie, nie potrzebowalibyśmy samochodu.
2 tryb
verlichten
De medicijnen verlichten de pijn
empezar lección
oswietlac, lagodzic
leki lagodza bol
verbeelding
Kinderen hebben een levendige verbeelding.
empezar lección
wyobraźnia
Dzieci maja bujna wyobraznie
ik bell u later even terug
empezar lección
Oddzwonię później
wilt u misschien een bericht achterlater
empezar lección
Czy chce Pan zostawić wiadomość?
sorry, dat een verkeerd nummer
empezar lección
przepraszam, to zły numer
het nummer is in gesprek
empezar lección
numer jest zajęty
neem de telefoon alstublieft op
empezar lección
proszę odebrać telefon
begroting
De uitgaven waren hoger dan de begroting.
empezar lección
budżet
Wydatki byly wyzsze niz budzet
reliëf
empezar lección
ulga
We hebben een telefoongesprek gevoerd.
empezar lección
Rozmawialiśmy przez telefon.
opluchten
het lucht me op
empezar lección
ulżyć
przynosi mi ulge
rondzien
Ik wil eerst wat rondzien voordat ik iets koop.
empezar lección
rozejrzyj się
Chce najpierw sie rozejrzec zanim cos kupie
Ze liep de winkel binnen om rond te zien.
empezar lección
Weszła do sklepu, żeby się rozejrzeć.
bezorgd zijn over
Morgen worden de resultaten bekend gemaakt en ik ben er erg bezorgd over
empezar lección
martwić się o
jutro wyniki beda znane i jestem tym zmartwiony
gebruiksvriendelijk
Deze app is heel gebruiksvriendelijk.
empezar lección
przyjazny dla użytkownika
ta aplikacja jest latwa do uzytkowania
nauw
Het is hier nogal nauw, er is niet veel ruimte.
empezar lección
wąski
Tu jest calkiem ciasno, nie ma tu zbyt wiele miejsca
overmaking
Bankkosten kunnen worden toegepast op de overmaking.
empezar lección
przelew
Oplaty bankowe moga byc naliczane za przelew
ik moet bed verschonen
empezar lección
Muszę zmienić pościel
Met alles kennismaken
Ik wil eerst met alles kennismaken voordat ik begin.
empezar lección
Poznawanie wszystkiego
Chce sie najpierw ze wszystkim zapoznac zanim zaczne
Weer op het juiste spoor komen
Na een moeilijke periode is hij weer op het juiste spoor gekomen.
empezar lección
Powrót na właściwe tory
Po trundym okresie znow wrocil na wlasciwe tory
aantrekkelijk
empezar lección
atrakcyjny
weghalen
empezar lección
usunac, zabrac cos fizycznie
Ze haalden de auto weg omdat hij verkeerd geparkeerd stond.
empezar lección
Odholowali samochód, ponieważ był zle zaparkowany
De vuilnis is nog niet weggehaald.
empezar lección
Śmieci jeszcze nie zostały zabrane.
twijfels wegnemen
empezar lección
rozwiać wątpliwości
verbod om in te rijden
empezar lección
zakaz wjazdu
bocht
De bocht is scherp.
empezar lección
zakręt
zakret jest ostry
De auto is van de weg geraakt.
empezar lección
Samochód zjechał z drogi.
Is dit meegenomen?
empezar lección
Czy jest to uwzglednione?
zich verantwoorden voor iets
Hij moet zich verantwoorden voor zijn fouten.
empezar lección
tlumaczyc sie z czegos
on musi tlumaczyc sie ze swoich bledow
Dat vormt een bepaalde hindernis.
empezar lección
To stanowi pewną przeszkodę.
het gevolg zijn van iets
Het probleem is het gevolg van een misverstand.
empezar lección
być wynikiem czegoś
Problem wynika z nieporozumienia
Naar aanleiding van je vroegere uitspraak
empezar lección
w nawiazaniu do twojej wczesniejszej wypowiedzi
Je moet het zelf in de gaten houden.
empezar lección
Musisz sam na tego pilnowac.
Je moet er zelf op letten.
empezar lección
Musisz sam na to uwazac.
Als ik moet raden wat ik moet doen, is dat moeilijk.
empezar lección
Jeśli muszę zgadywać, co zrobić, jest to trudne.
Je kunt hoofdstuk 3 overslaan als je al bekend bent met het onderwerp.
empezar lección
Mozesz pominac rozdzial 3, jesli znasz juz ten temat
De speler sloeg de training over.
empezar lección
Zawodnik opuścił trening.
Ik heb vandaag het ontbijt overgeslagen.
empezar lección
Dziś pominąłem śniadanie.
de oogst
empezar lección
żniwa, zbiory
Hij heeft mijn voorstel afgewezen.
empezar lección
Odrzucił moją propozycję.
de landbouw
empezar lección
Rolnictwo
het voedsel
empezar lección
jedzenie
de tussenkomst
Dankzij de tussenkomst van de politie werd het conflict opgelost.
empezar lección
interwencja
Dzieki interwencji policji konflikt zostal rozwiazany
Deze producten zijn afkomstig van lokale boeren.
empezar lección
Produkty te pochodzą od lokalnych rolników.
het vee
Het vee stond in de wei.
empezar lección
bydło
Bydlo stalo na lace
zachtaardig
Ze heeft een zachtaardig karakter.
empezar lección
o miękkim sercu
ona ma lagodny charakter
doodbraaf
Het kind is doodbraaf en doet altijd wat de ouders zeggen.
empezar lección
bardzo posluszny, ulegly
Dziecko jest bardzo grzeczne i zawsze robi to co mowia rodzice
zuinig
empezar lección
ekonomiczny
Het doorlopen van de procedure kost tijd.
empezar lección
Przejście przez tę procedurę jest czasochłonne.
zichtbaar
De schade is duidelijk zichtbaar.
empezar lección
widoczny
szkoda jest wyraznie widoczna
bewakingsbeelden
empezar lección
nagrania z monitoringu
Maar schijn bedriegt
empezar lección
Ale pozory mogą mylić
terugkeren
Hij keerde na vijf jaar terug naar zijn geboortedorp.
empezar lección
powrócic, wrocic
Wrocil do swojej rodzinnej wioski po 5 latach
• We keren terug naar ons onderwerp.
empezar lección
• Wracamy do tematu.
nauwelijks
Ik had nauwelijks tijd om te eten.
empezar lección
ledwo
Ledwo mialem czas zeby zjesc
terugzien
Ik hoop je snel terug te zien.
empezar lección
zobaczyc spowrotem
Mam nadzieje ze cie szybko zobacze spowrotem
zich terugtrekken uit iets
Het bedrijf trok zich terug uit het project.
empezar lección
wycofać się z czegoś
Firma wycofala sie z projektu
afzien van iets
Ik zie af van het aanbod.
empezar lección
zrezygnować z czegoś
Rwsygnuje z tej oferty
laten vallen
Ik laat het project vallen.
empezar lección
odpuszczac, zrezygnowac
rezygnuje z projektu
ongeacht of
Ongeacht of je komt of niet, het feest gaat door.
empezar lección
niezależnie od tego czy
niezaleznie od tego czy przyjdziesz czy nie impreza sie odbedzie
de zon ondergaan
empezar lección
zachodzi słońce
gewoonlijk
empezar lección
zazwyczaj
achterstallige taken
empezar lección
zaległe zadania
opzeggen
Ik wil het abonnement opzeggen.
empezar lección
zakończyć, zrezygnowac
Chce wypowiedziec moj abonament
zich bemoeien
Ze bemoeit zich altijd met het werk van anderen
empezar lección
wtrącać się
ona wtraca sie zawsze w prace innych
Ik bemoei me niet met de zaken van anderen.
empezar lección
Nie wtrącam się w sprawy innych ludzi.
ontzettend
Het was ontzettend moeilijk.
empezar lección
niesamowicie
to bylo nie samowicie trudne
Iedereen moet gelijke behandeling krijgen
empezar lección
Każdy powinien mieć równe traktowanie
We moeten iedereen gelijk behandelen, ongeacht afkomst.
empezar lección
Musimy traktować wszystkich równo, bez względu na pochodzenie.
Het bedrijf maakt geen onderscheid tussen mannen en vrouwen.
empezar lección
Firma nie dyskryminuje kobiet i mężczyzn.
Ik hou niet van dit noch van dat
empezar lección
nie lubie tego ani tamtegi
Mensen vluchten.
empezar lección
Ludzie uciekają.
De mensen zijn aan het vluchten.(teraz)
empezar lección
Ludzie uciekają.(teraz
Mensen vluchten uit het land.
empezar lección
Ludzie uciekają z kraju.
Ik was aan het slapen toen je belde.
empezar lección
Spałam, kiedy zadzwoniłeś.
Ze waren aan het voetballen toen het begon te regenen.
empezar lección
Grali w piłkę nożną, gdy zaczął padać deszcz.
namelijk
empezar lección
mianowicie
het gebaar
Hij maakte een vriendelijk gebaar.
empezar lección
gest
Zrobil przyjazny gest
ontdekken
Hij ontdekte een fout in de tekst.
empezar lección
odkrywać
on odkryl blad w tekscie
lijken vanzelfsprekend
Dat lijkt vanzelfspreknd
empezar lección
wydawać się oczywiste
To wydaje sie oczywiste
onnauwkeurigheden
Het verslag bevatte enkele onnauwkeurigheden.
empezar lección
nieścisłości
sprawozdanie zawieralo kilka niescislosci

Debes iniciar sesión para poder comentar.