→ Czas Przeszły → Empezar lección / Descargar tarjetas en MP3

término		definición
iść empezar lección		gaan- ging/ gingen- gegaan
brać empezar lección		nemen-nam/ namen - genomen
otrzymać empezar lección		krijgen- kreeg/ kregen- gekregen
być empezar lección		zijn- was/ waren - geweest
mieć empezar lección		hebben- had/ hadden- gehad
jeść empezar lección		eten- at/ Aten- gegeten
jeździć empezar lección		rijden -reed/ reden- gereden
pić empezar lección		drinken - dronk/ dronken- gedronken
spać empezar lección		slapen - slip/ slipen - geslapen
stać empezar lección		staan - stond/ stonden- gestaan
mówić empezar lección		spreken- sprak/ spraken- gespronken
przychodzić empezar lección		komen - kwam / komen - gekomen
dać empezar lección		geven- gaf/ gaven- gegeven
robić empezar lección		doen - deed/ deden - gedaan
kupować empezar lección		kopen - kocht/ kochten - gekocht

czas przeszły